Hendrik Gerritzen


 

(Bron: Arnhemsche courant van 14 januari 1826)

 
De naam van Hendrik Gerritzen/Gerritsen wordt vaak vermeld in de gemeenteraadsverslagen van 1818 - 1831 (dossier 1314).

De eerste vermelding is van 9 januari 1818, als hij wordt benoemd tot lid van de gemeenteraad en tevens tot assessor 1) van het schoutambt Dreumel

 
Als assessor wordt hij ook vernoemd bij de aanbesteding van een achtkanten wind-watermolen met een hellend scheprad en de aanpassing van twee andere staande schepradmolens tot hellende schepraden.
 

Opregte Haarlemsche Courant 02-01-1819

 
In het verslag van 12 april 1825 wordt hij genoemd als ‘de fungeerende Schout van Dreumel’. En in het verslag van 31 januari 1826 wordt zijn overlijden gemeld. In de tussenliggende periode wordt zijn naam vaak genoemd als bijv. verlenging van de benoeming van assessor.
1)  assessor: soort wethouder
 
Hendrik Gerrit(s)zen was als rentmeester in dienst van  baron Johannes L. T. A. L. van Scherpenzeel Heusch.  Dat blijkt o.a. uit onderstaande advertentie:
 

Arnhemsche courant 12-02-1822