Wil Gerritsen is:

houtsnijwerk


Om van niks iets te maken, dat is wat Wil Gerritsen het mooiste vindt van zijn hobby, houtsnijwerk. “Je begint met een stuk hout en het mooie is dan om onder je handen daar iets uit te zien ontstaan.” Wil is iemand die van zijn hobby zijn beroep heeft weten te maken.

 
 
Wil, geboren in 1933, gaat na de lagere school naar de ambachtsschool. Hij vertelt: “Ik wilde graag timmerman worden, maar een van mijn leraren vond dat ik daar te precies voor was. Hij dacht dat meubels maken meer iets voor mij zou zijn, maar aangezien daar geen opleiding voor was hier in de buurt, ben ik van de ambachtsschool  afgegaan om het vak van meubelmaker in de praktijk te leren.

Vanaf mijn 15e jaar ben ik bij meubelfabriek “Vermeulen en Kalkers” gaan werken. Ik kwam ook in contact met Gradje Soetekouw uit Beneden-Leeuwen, die maakte thuis voor diverse bedrijven meubels, met veel houtsnijwerk, allemaal met de hand. Van hem heb ik het vak geleerd.”
 
   
Vanaf 1961 werkt Wil bij een bedrijf dat woonwagens bouwt. Aan dergelijke wagens zit veel houtsnijwerk, zowel als versiering aan de buitenkant, als binnen aan het interieur van de wagens.

Als na een aantal jaren dit bedrijf wordt overgenomen, gaat Wil bij Meubelfabriek Bevers werken. In zijn vrije tijd blijft hij echter opdrachten uitvoeren voor het woonwagenbedrijf.

 

kistje hordeur spiegel
 

Naast dit meer beroepsmatige houtsnijwerk, heeft Wil in de loop van de jaren ook diverse gebruiksvoorwerpen gemaakt voor in zijn huis. Een voorbeeld is een kistje voor de kantklosspulletjes van zijn vrouw Truus.  Maar ook de hordeur en een spiegellijst verraden de hand van de vakman.

 
Naast gebruiksvoorwerpen heeft Wil zich ook een enkele keer gewaagd aan het uitsnijden van meer kunstzinnige voorwerpen, zoals onderstaande koppen.
 
koppen

het gereedschap

 

Wil: “Het mooie van houtsnijwerk is dat alles handwerk is. Je hebt er niet veel voor nodig, alleen goed gereedschap: verschillende maten beitels, gutsen en een hamertje. Belangrijk is dat het gereedschap goed scherp is. Ik slijp mijn gereedschap altijd zelf. Verder zijn geduld en precisie eigenschappen die je goed kunt gebruiken.  Diverse soorten hout zijn geschikt voor snijwerk, zoals eikenhout, teak, mahonie en limba.”  

 

 

Na deze uitleg neemt Wil ons mee naar zijn schuur voor een praktische demonstratie. Hij laat ons aan de hand van een voorbeeld zien hoe hij te werk gaat. Eerst bevestigt hij een plankje met klemmen op de werkbank. Daarop wordt met behulp van een sjabloon een figuur getekend; in dit geval van een bestaand sjabloon, maar eerder maakte Wil deze sjablonen ook zelf.

Dan komt het uitsnijden. Wil begint met het uitsnijden van het potloodlijntje en snijdt later de zijkanten weg. Vooral daarvoor is het belangrijk goed op de diepte te letten, want de buitenkant moet natuurlijk helemaal glad worden. Wil legt uit: “Het is belangrijk om goed rekening te houden met de draadrichting van het hout, want doe je dat niet, dan gaat het hout barsten of scheuren. Als je klaar bent, hoeft zo’n werkstuk niet meer geschuurd te worden, na het uitsnijden is het helemaal glad”.

 
 

Het moge duidelijk zijn dat dit werk een vrije grote lichamelijke inspanning vereist, vooral ook omdat steeds dezelfde houding en beweging nodig is. Vandaar ook dat Wil op het moment zijn houtsnijwerkzaamheden op een lager pitje heeft staan.

 
Wil, hartelijk bedankt dat je ons over je hobby hebt willen vertellen en ons een demonstratie van je kunnen hebt willen geven.
 

Tremele © juni 2009