Griend

Kadastraal
Sectie: C
Perceelsnummers: 191, 209
Perceelsgrootte: 191: 1.71.40 ha; 209: 1.79.30 ha.
 

 
Situatie voor de ruilverkaveling.
 

situatie (bij benadering) in 2016.

 

Verklaring / betekenis van de naam van het perceel

 

M. Schönfeld schrijft hierover:

In ons waterland treedt op de voorgrond de wilg, die trouwens in ons gehele land verbreid is. Namen met griend (hakhout van wilgen of elzen) en rijs (d.i. rijshout) —zou men wellicht beter tot de bosnamen kunnen rekenen, dan tot de veldnamen. 

Edelman / Vlam vermelden:

De in ons gebied belangrijkste, tot op de huidige dag doorgaande, vorm van bosbouw is de griendcultuur. Onder griend verstaat men hakhout van wilgen of elzen, soms beide gemengd. Vlechtwerk van wilgentakken is van het grootste belang voor de constructie van waterbouwkundige werken.

Bij het onderhoud van de dijken komt veel griendhout te pas en in vroegere eeuwen, toen de dijk nog „verhoefslaagd” was en iedere grondbezitter het hem toegewezen stuk dijk zelf moest onderhouden, behoorde bij ieder grondbezit een groter of kleiner perceel griendhout.

Ook is door alle tijden heen bos een geschikte wijze van grondgebruik geweest voor afgelegen terreinen, die moeilijk op andere wijze konden worden geëxploiteerd. Om al deze redenen zijn bepaalde aanduidingen voor bosbegroeiing als veldnamen blijven voortleven.

 

Eigenaar:

Bron: Nieuwe Tielsche Courant, 25 mei 1898.
Naam:  Voorste Grient.
Perceelsgrootte: 1.71.40 ha.
Naam eigenaar: Familie W.H. Post

Bijzonderheden:  
 
Dreumel kent natuurlijk ook de Griendweg, maar deze naam heeft geen relatie met bovengenoemde percelen. In 1950 voerde de gemeente Dreumel een omnummering van alle huizen door. Dat betekende ook dat er een aantal nieuwe straatnamen werden ingevoerd. De Griendweg hoorde daar ook bij.

Deze straat ontleent haar naam aan de grienden die langs deze straat liggen (hoewel er in de Kooiweg ook nog dergelijke percelen liggen).  Op onderstaand kaartje is dat nogmaals in beeld gebracht.

 

 
Zie verder ook:
De Knotwilg
Gusta van Oosteren – van Oss: wilgentenen vlechten
de wilg
De mandenmaker
 

Bronvermelding

M. Schönfeld “Veldnamen in Nederland”;
Prof. Dr. C. H. Edelman en Mevr. Dr. A. W. Edelman-Vlam - Over de perceelsnamen van het Nederlandse Rivierkleigebied";
Nieuwe Tielsche Courant;
Tremele.