De ransuil leeft in bomenrijke gebieden met open plekken.
In de winter verblijven ransuilen overdag graag in elkaars
gezelschap. Op hun roestplaats
(gemeenschappelijke slaapplaats) rusten de uilen in
houtwallen, knotwilgen en grote struiken in grote getale met
elkaar.
De ransuil is een standvogel (vogel verblijft gehele jaar in
de buurt van zijn broedgebied).
In de schemering en in de nacht jagen de uilen op muizen,
torren en kleine vogeltjes. Onder de boom waar de uilen
verblijven liggen vaak braakballen. Dit zijn vilterige,
grijze ballen. Het zijn de onverteerde voedselresten. De
braakbal bestaat uit muizenhaar, botjes, schedeltjes en
dekschiltjes van de torren. |