redactie - Tineke Vink - Liefkens
|
|
|
Nog even
en het jachtseizoen op de haas is weer voorbij. Altijd is een
foto van opa Sas, Jan van Krijntjes en ome Jan in mijn herinnering
gebleven. Ome Jan was jager en kwam terug van de jacht. Samen trots
met de buit op de foto. In het schuurtje werden dingen geregeld die
ik als kindje liever niet zag. Daarna wist oma van de haas en fazant
een lekker maaltje te maken.
Er is in
alle opzichten een groot verschil tussen de veldhaas en het wilde
konijn. Daarom nu alleen de veldhaas. |
|
Kenmerken
De haas (Lepus Europaeus) behoort tot de haasachtige, niet
tot de knaagdieren. Is 50 tot 70 cm. lang en 3 tot 7 kg. zwaar.
Hij wordt 4 tot 7 jaar oud.
De vacht is grijsgeel, roestbruin en erg zacht. Het
is de perfecte camouflagekleur. De onderzijde is wit en
dicht behaard.
De ogen (spiegels) zijn amberkleurig, groot en aan
de zijkant van het hoofd geplaatst. Daardoor kan de haas een
groot deel van de omgeving zien zonder zijn hoofd te
bewegen.
De
oren
(lepels) zijn lang met zwarte uiteinden, kunnen
onafhankelijk van elkaar draaien en zo elk geluid opvangen
uit iedere richting.
De sterk ontwikkelde reukzin gebruikt hij om vijanden
en bronstige vrouwtjes op te pikken.
De achterpoten (lopers) zijn veel langer dan de
voorpoten. Daardoor kunnen ze harder de dijk op rennen dan
eraf. Eraf wordt moeilijker. In volle ren kan de haas 70
km per uur halen. De haas is een goede zwemmer. |
|
L-R: Jan Sas senior en
junior |
|
|
|
Leefgebied |
|
|
De haas leeft solitair op open gras, landbouwgebieden en
bij houtwallen. Ze zijn zeer honkvast. Ze zullen zich niet
snel buiten hun vertrouwde leefgebied wagen.
Het nest van een haas noemen we een leger. Het is een simpel
ondiep kuiltje in open veld. Met de neus tegen de wind in om
direct gevaar te kunnen ruiken, de oren plat, ligt de haas
gedrukt in zijn leger. Hij vertrouwt op zijn schutkleur.
Hij slaapt zeer licht, zelden meer dan een paar minuten.
Ieder geluid of trilling van de bodem wekt hem.
(Hazeslaapje)
Als nachtdier is hij op zoek naar voedsel, daarbij gebruikmakend van
zijn wissel. Dat is een herkenbaar spoor van vaste looppaden dat
hij verscheidene kilometers volgt over platteland en door
openingen van hagen. |
|
|
|
|
Zijn pootafdruk is moeilijk te zien door de geheel behaarde
zoolkussentjes. Zijn eten bestaat uit koolplanten, granen, maar het
liefst uit gevarieerde kruiden. De haas drinkt zelden. Het vocht haalt
hij uit het voedsel.
De
keutels van de haas zijn licht van kleur en liggen verspreid. |
|
Uitbreiding |
De maanden januari tot april is de rammeltijd. Het mannetje is de rammelaar, het vrouwtje is een moer. Mannetjes en vrouwtjes
zijn moeilijk te onderscheiden. In de winter liggen de
zaadballen en penis verborgen in een huidplooi van de buik.
In de rammeltijd kan het mannetje zeer agressief zijn. Meerdere
mannetjes vechten. Staand op hun achterpoten geven ze flinke
klappen met hun voorpoten. Het lijkt wel op kickboksen. In
de achtervolging maken ze hoge luchtsprongen. Degene met de
beste conditie zal winnen.
Het vrouwtje draagt 42 dagen en werpt 2 tot 5 jongen. Ze kan
1 tot 3 worpen per jaar hebben. Bijzonder is dat de jongen
geboren worden met wollig vachtje en geopende oogjes. De
babyhaasjes zijn geurloos zodat ze niet opvallen voor
hongerige rovers. |
|
|
|
|
Na
enkele uren kunnen ze zich zelfstandig voortbewegen. Ieder gaat in
z’n eigen legertje de dag doorbrengen. Moeder laat de jongen
overdag alleen zodat zij niet de geur van haar zelf doorgeeft aan haar
jongen.
Na zonsondergang maakt moeder een laag geluid om haar jongen te
verzamelen op de plaats waar ze geboren zijn. Na even haar
gezinnetje gezoogd te hebben verlaat zij haar kroost weer. Na 4
weken zijn de kleintjes zelfstandig. Vader haas is nergens te
bekennen. |
|
Bedreiging |
|
Een volwassen haas is niet te vangen door een vos of
jachthond.
De haas blijft zo lang mogelijk in zijn leger liggen totdat
de rover zo dichtbij is dat hij ervan schrikt omdat de haas
plotseling wegrent.
Van het schrikmoment maakt de haas gebruik. Eer de rover
weet wat er voor zijn voeten wegrende, heeft de haas al
zoveel voorsprong dat de rover geen kans meer maakt.
Daarbij is de vlucht van de haas zigzaggend. |
|
|
|
In het
jachtseizoen is de jager natuurlijk ook een bedreiging. De jager
moet voor de haas schieten zodat de haas in de kogel rent.
Ook door
moderne landbouw en grote velden maïs en granen is er niet genoeg
variatie aan voedsel voor de haas. Dit samen met het verkeer is een
bedreiging voor de haas. Babyhaasjes staan op het menu van vos en
roofvogels. |
|
Tot
slot |
De haas
is favoriet in vele fabels en legendes. Ook menig spreekwoord gaat
over de haas. Om het jaar mee af te sluiten vind ik deze wel
toepasselijk: |
|
“ De
haas en de slak hebben op dezelfde dag oudejaarsavond.” |
|
Dus
lieve “Tremele” bezoekers,
Haast je
niet, voor iedereen begint 2010 op hetzelfde moment.
Een
geweldig en gezond 2010 toegewenst!
Tineke
Vink - Liefkens |
|