redactie en foto's - Tineke Vink - Liefkens
|
|
Deze maand
oktober, de krab.
Dit omdat ik, tijdens een
wandeling langs het Vaticaan, de heren van de visclub van
55+ tegenkom. Ze zijn met wedstrijdvissen bezig.
Praatje met Bert de Jong. Ook zitten er Théke van
Kruisbergen en Martien van Zonsbeek. Doen erg hun best om
een mooie brasem te vangen. Alleen toen Martien ingooide had
hij aan het lood al een krab hangen.
Verder
zijn er meerdere Dreumelse heren aanwezig die erg weinig
vangen vandaag maar, “mooi van de stroat af zijn” zoals ze
zelf zeggen. |
|
|
Johan Driessen zit
heel ontspannen. Hij heeft in vorige wedstrijden al zoveel vis gevangen,
dat hem de grote eerste prijs niet meer kan ontgaan.
We hebben het er over dat het
minstens 30 jaar geleden moet zijn dat er uit de put van Has Strik
ook zoveel krabben kwamen. De hele Hogeweg en Lageweg was bezaaid
met opzij lopende krabben. Hadden ze de pech dat ze overreden werden
door een auto, bleef er een vieze gele flats over. Ook moest je 's
avonds op tijd de deur dicht doen van de schuur, want de krabben
wandelden zo naar binnen. |
|
|
De
heren vertellen dat er nu ook erg veel krabben zitten. Dit
wordt even later bevestigd door Gerrit Schats. Die heeft
inderdaad een krab aan de haak geslagen in plaats van een
grote vis.
Terwijl ik bij Gerrit sta, roept Johan Driessen dat hij weer
beet heeft!
Nou die
had alleen nog maar een poot van een krab aan de angel
hangen. (foto links) |
|
|
|
“Heren zie ze te
vangen.” Ik ben weer verder. Langs het zandgat roeit Lard v.d.
Bosch {Bus} mij voorbij. “En willen ze bijten doar ginds?’ roept
Lard. “ Nee Lard, ze hebben nog mâr wènig gevangen alleen krab.”
Lard: “ Kan ôk nie anders want t’is noorder wèind; de wèind mot
benéje zitten.” Ja, dat is hogere school Buskes wijsheid. Daar kan
geen visser tegen op! |
|
Chinese
Wolhandkrab (Eriocheir sinensis)
Rugschild bijna vierkant, iets breder dan lang. Vier tanden aan de
zijkant van het rugschild, waarvan de achterste twee niet erg
opvallend. Schaarpoten sterk ontwikkeld, en de palm van de scharen
is dicht behaard, bij de vrouwtjes is de beharing minder dan bij de
mannetjes. Kleur van het rugschild grijsgroen, beige of donkerbruin.
Rugschildbreedte tot 8,5 cm.
Oorspronkelijk komt de Chinese
wolhandkrab uit China. Begin vorige eeuw (rond 1912) is het dier
uitgezet in een rivier in Duitsland. In 1931 waarschuwde Hr. A.
Brink van de zoetwatervisserij Nederland al voor de naderende
gevaren en uitbreiding van de krab. Omdat de krab zowel in zoet als
in zout water kan leven heeft het zich vanuit de rivier over heel
Europa verspreid. |
|
Voortplanting.
Voor de voortplanting zijn ze echter aangewezen op zout
water. De vrouwtjes trekken naar zee. De meeste mannetjes
blijven in de rivier. De larve van de Chinese wolhandkrab
kruipt in zee uit een van de honderd duizenden eieren die het
vrouwtje van de wolhandkrab bij zich heeft.
Voor het tot
ontwikkeling komen van de eieren is er water met een vrij
hoog zoutgehalte nodig. Al gauw nadat de larven zijn
uitgekomen trekken ze het zoete water in. Als ze jong zijn
kunnen ze stroomopwaarts 1 tot 3 kilometer per dag afleggen.
Er zijn waarnemingen van wolhandkrabben die meer dan 1000 km
landinwaarts waren getrokken.
Als de dieren op trek
zijn laten ze zich niet tegenhouden door obstakels in het
water, en gaan desnoods gewoon een stuk over land verder.
Als de krabben na 2 tot 3 jaar |
|
|
volwassen zijn, trekken ze vanuit het binnenland weer naar zee, waar ze zich
voortplanten. |
|
Voedsel |
Jonge en kleine
krabben eten vooral plankton en allerlei hele kleine kreeftjes en
garnaaltjes. Wat oudere krabben eten ook dode vissen, schelpdieren etc. en er zijn ook krabben die actief op jacht gaan naar vissen
enz. Maar meestal eten krabben toch aas. |
|
Vervellen |
|
De
groei van de wolhandkrab heeft sprongsgewijs plaats door
vervelling. Het nieuwe pantser is al voor de vervelling
onder het oude aanwezig als een dunne rekbare huid. Bij de
vervelling wordt het rugschild aan de achter kant opgeheven
nadat eerst de zijnaden zijn gescheurd. Langs de zo ontstane
opening trekt de krab zich uit het onder- pantser terug.
De
scheur in het pantser wordt door een verhoogde bloeddruk tot
stand gebracht. Dit vervellen kan al in één kwartier
gebeuren op een beschutte plaats in het water. Na enkele
vervellingen wordt de krab ook steeds groter en dit gebeurt
enkele malen per jaar. De eerste uren is het pantser erg
week. Na drie dagen is het pantser weer op gewone sterkte. |
|
compleet leeg schild |
|
Vijanden |
Doordat de krabben
een hard en stekelig pantser hebben, hebben de volwassen dieren geen
natuurlijke vijanden. De enige vijand is de mens, en deze heeft ook
regelmatig geprobeerd het dier uit te roeien. Als de krabben op
trek waren kwamen ze vaak in visnetten en fuiken terecht, die ze dan
met hun scherpe scharen vernielden. Dit wordt natuurlijk niet
gewaardeerd door de beroeps- en hobbyvissers van wie die netten
zijn. Een mooie filmpje
van Jos Kruisbergen over de wolhandkrab is op onderstaande link te
zien. |
|
|