Boerenwormkruid

de schrik van velen


redactie - Wilma van Oss


Chrysanthemum vulgare,  synoniem:  Tanacetum vulgare)

Naamgeving

De naam ‘wormkruid’ dankt deze soort waarschijnlijk aan het vroegere gebruik als antiwormmiddel, in het bijzonder tegen spoel- en lintwormen. Men denkt dat de wetenschappelijke geslachtsnaam Tanacetum afgeleid is van het Griekse woord voor onsterfelijk. Dit zou kunnen slaan op het feit dat de bloemen niet snel verwelken. Een andere uitleg is dat Boerenwormkruid gebruikt werd om lichamen mee te conserveren. De wetenschappelijke naam die ook gebruikt wordt, is 'Chrysanthemum vulgare'.

De soortaanduiding ‘vulgare’ (die in beide soortnamen voorkomt) wijst erop dat deze plant algemeen voorkomt.

 

De plant hoort tot de familie Composieten (Asteraceae).

 

Groeiplaats

Deze vaste plant vind je vooral in de uiterwaarden, wegbermen en langs de dijken.
   
Herkenkenmerken  

 


De gele hoofdjes bestaan alleen uit buisbloempjes. De bloempjes aan de buitenkant bloeien het eerst.
 

Dat kun je zien aan de meeldraden en stempels, welke al te zien zijn terwijl in het midden de bloempjes nog in de knop zitten.

 

De hoofdbloei valt in de periode juni tot en met augustus en de nabloei kan tot aan de herfst aanhouden.
 
 

De bladeren zijn geveerd en bezet met klierharen. Deze klierharen zijn verantwoordelijk voor de onaangename kamferachtige geur, welke bij aanraking verspreid wordt.

De bladeren richten zich in het volle zonlicht precies plat op het zuiden. Boerenwormkruid wordt om die reden een kompasplant genoemd.

Deze overblijvende plant kan 80 – 150 centimeter lang worden.

 
De schrik van velen
Kinderen die last hadden van wormen kregen vroeger brood waarin bladeren van het Boerenwormkruid werden meegebakken. Binnen een week, zo beweerde men, waren de kinderen dan van de kwaal verlost.

 

 

Boerenwormkruid houdt motten, vlooien, muggen en de vliegen weg met haar onaangename geur. Men zei zelfs dat het ook mieren verjaagt en werd daarom geplant bij de keukendeur. Geplant tussen rijen wortelen in de groentetuin helpt zij in de strijd tegen de wortelvlieg.
 

De soort wordt verder gerekend tot de zogenaamde afweerkruiden. Zij zou afweer bieden tegen hekserij, spoken en onweer.