Klein kruiskruid

een grijsaard die niet geliefd is


redactie - Wilma van Oss


Klein kruiskruid (Senecio vulgaris)

 

De komende maanden zal een aantal soorten worden besproken die veel op elkaar lijken. Dat ze veel op elkaar lijken, is niet verwonderlijk omdat ze allemaal bij dezelfde familie horen (composieten/ Asteraceae), allemaal gele bloeiwijzen hebben en allemaal als ze uitgebloeid zijn grijs/wit vruchtpluis hebben.

Moeilijk uit elkaar te houden, maar als je let op de herkenkenmerken moet dit wel lukken. Om het makkelijker te maken, wordt het herkenkenmerk dat heel specifiek is voor de soort onderstreept.

De eerste soort in de rij is klein kruiskruid, die je het hele jaar door bloeiend kunt aantreffen en daarbij in Nederland zeer algemeen voorkomt.

 

Naamgeving
Senecio betekent grijsaard. Dat verwijst naar een kenmerk van dit geslacht, de met dicht zaadpluis bezette uitgebloeide bloemhoofdjes. De soortaanduiding in de wetenschappelijke naam vulgaris betekent ‘gewoon’. Het is een zeer algemeen voorkomende soort.

De naam kruiskruid is volgens etymologen een verbastering van grijskruid. Maar vele familieleden van de ‘kruiskruidjes’ hebben ook grijze pluizenbollen na hun bloei, dus of dit waar is?

Klein duidt op de bloeiwijze waar de straalbloemen van ontbreken. Hierdoor ogen de bloemen klein. Daarbij hoort de plant zelf ook tot de kleinere soorten. 

Kruiskruid (Senecio) behoort tot de grootste plantengeslachten op aarde met - naar schatting - zo'n 1500 tot 2000 soorten. In Nederland zijn daarvan acht soorten inheems.

   
Groeiplaats
Omgewerkte grond, greppels, puin, plantsoenen, tussen bestrating, oude muren, open bermen, perken, moestuinen, akkers, stoepranden, wegranden. Kortom, waar niet. Iedere Dreumelnaar heeft de soort als buur.
 
Herkenkenmerken
De éénjarige plant is klein: 7 tot soms 50 cm hoog en bloeit het hele jaar door.

De bladeren zijn iets vlezig en aan de bovenkant glanzend groen. Verder zijn ze langwerpig, meestal zijn ze tot op de helft ingesneden met langwerpige getande lobben.


De gele bloemhoofdjes bestaan alleen uit buisbloemen. De hoofdjes
zijn klein, 1 cm lang en 4 tot 5 mm breed.

De kruiskruidjes zijn niet geliefd

Alle in Nederland voorkomende kruiskruiden bevatten giftige stoffen waardoor ze giftig zijn voor zoogdieren. Zie voor uitgebreider informatie de Plant van de maand september 2007: Jacobskruiskruid: giftig voor mens en dier.

De soort is een plaag voor diegene die niet van zijn aanwezigheid is gediend. Dit komt doordat de soort het hele jaar door bloeit en door zelfbestuiving ook nog geheel self-supporting is bij de voortplanting.

Klein kruiskruid
brengt daarbij in een jaar meer generaties voort. De zaden kiemen in het voorjaar wanneer de temperatuur boven de 10°C komt. In andere jaargetijden kiemen de zaden wanneer het na een warme periode weer gaat regenen. Ook kiemen zaden na een grondbewerking. Dus schoffelen is aan ze besteed!