Hardrijden en "oal stčke"

Gerrit van Dijk - Dreumel


Vroeger werd er veel op het Vaticaan, de Kil en de Wiel  geschaatst. Omdat ik het dichtst bij het Vaticaan woonde, was ik daar het meest te vinden.
 

Er werd dan stroom voor verlichting gehaald bij Bart van Leur en iemand zorgde voor een koek en zopie kraam.

Ook op de Kil werd veel geschaatst en daar zorgde Tinus van Rijn voor de inwendige mens.

Ook werden er dan hardrijdwedstrijden gehouden. Ik was een van de betere schaatsers in Dreumel en heb menig wedstrijd geschaatst tegen sterke tegenstanders zoals Herman Cruijsen en een van de Buskes.

Tijdens dergelijke winters was ik dagelijks op het ijs te vinden om bijvoorbeeld de baan te vegen. 

 

1954: schaatsen op het Vaticaan

De strenge vorst had echter ook minder leuke kanten, want er kon dan niet gevist worden. Dat was voor veel mensen een probleem want dan hadden ze niet veel op hun bord. Maar Hent van Ooijen ging dan "aol stęke".

Dat ging zo: hij maakte een wak en dan gooide hij een “aolscheer” met een vaart in het wak (de aal zat in de winter in de modder weggekropen) en trok hem dan snel op de kant, zo dat de aal er niet tussen uit viel voordat hij ze op het ijs had. Hent was hier heel goed in maar het was wel verboden om op deze manier te vissen.

L-R: Lard en Marinus roken nog steeds "de aol" zelf!