Poolexpeditie naar Varik

Antoon van Oss


We schrijven het jaar 1963. Broer Martien en ik zijn in dit historische jaar als enige Dreumelnaren te voet de Waal overgestoken. Het betrof een zéér goed voorbereide expeditie. Werkelijk aan alles hadden we gedacht.

De voorbereidingen namen wij in het geheim. Het leek ons beter om onze  broers, zussen en vooral onze ouders buiten het plan te houden, aangezien zij, in onze ogen absoluut geen verstand van risico-inschatting, kruiend ijs en gevareninzicht en/of inschattingsvermogen hadden. Al met al hadden ze in onze beleving absoluut nergens verstand van. Per slot waren wij al 10 en 11 jaar. Dus qua inzicht zat het wel goed.

 
Onze uitrusting bestond uit een pakje brood (Ieder 2 rondumme met....... inderdaad pindakaas). Verder dachten we dat een hamer wel nuttig zou zijn.

Dit waarschijnlijk ingegeven door onze achtergrond als boerenzonen. In die kringen was hamer en nijptang  basisgereedschap.

Afijn woensdagmiddag was de planning, dan zou het gebeuren. Met de muts diep over de oren togen we naar den Bol. Boterhammen en hamer in de zak.

Zo onopvallend mogelijk slopen wij langs café Kooijmans, aangezien wij die absoluut niet vertrouwden.

 

1963: winterlandschap op de uiterwaarden

Hij had nl. telefoon en waarschuwde onze vader in de zomer als het water te hoog kwam op de uiterwaarden voor het vee, dus namen wij aan dat hij ons in deze er ook wel "aan zou hangen".
 

Bij het ijs aangekomen begonnen wij zonder vrees aan onze overtocht. In het midden lagen twee vrachtschepen vast waar wij in een boog omheen strompelden. Het was strompelen, aangezien de schotsen tot wel een meter hoog reikten. Af en toe baanden  we onszelf met de hamer een doorgang; we voelden ons als ervaren poolreizigers.  

 
Aan de overkant aangekomen voelde het aan alsof we op Nova Zembla waren aangekomen. We waren immers nog nooit in het, in onze ogen, door God verlaten Varik geweest.

Van de zenuwen vergaten we nota bene onze boterhammen. We besloten meteen terug te gaan naar het veilige Dreumel.  

Expeditie geslaagd! Trots liepen we door de Rooijsestraat richting huis. De borst vooruit, neerkijkend op alle gewone stervelingen die slechts een beetje stonden te krabbelen op het Vaticaan.

Nee, dan wij, wij hadden de Waal bedwongen!

 

1963: vrachtschip vast in de Waal. Op de achtergrond is de kerktoren van Varik zichtbaar.

Gaandeweg groeide ons ego uit tot buitenproportionele afmetingen. Helaas zouden we thuis het een en ander onder ons moeten houden vanwege het stellige onbegrip van onze familieleden.

We stapten zo ongedwongen mogelijk de keuken binnen. Maar daar stond de fanfare al klaar. Ons weeë gevoel dat Kooijmans ons misschien toch gezien had werd bewaarheid.

In geuren en kleuren had hij vader over de telefoon op de hoogte gesteld van het onverantwoordelijke gedrag van die "verrekte twee jong", zijn relaas beëindigend met de vraag of "wij helemaal gek waren geworden."

Deze vraag had vader goed in zich opgenomen: hij herhaalde hem namelijk bij ieder klap op de steeds roder wordende billekes. Zo eindigde onze expeditie tenslotte in een ware deceptie. Het kunstje ging als een lopend vuurtje het dorp rond en al waren wij op het schoolplein hele pieten, buiten het schoolplein viel ons alom afkeuring en smaad deel.

Maar je begrijpt: een zekere verbondenheid met de winnaar van de Elfstedentocht van dat jaar Reinier Paping blijf ik toch wel voelen.

 
Reactie
Ik wil graag even reageren op bovenstaand verhaal. Volgens mij was Antoon van Oss niet de eerste en zeker niet de enige die in 1963 de Waal overstak. Er zijn er toen tientallen overgestoken. Maar ik denk dat ik de eerste was van de Dreumelse kant want aangezien mijn aanstaande vrouw in Ophemert woonde,  wilde ik snel over het ijs naar de overkant!

Een paar dagen daarna ben ik met mijn vriend Geert de Rijk uit de Maasdijk weer overgestoken naar Ophemert. Als je oversteekt bij Gerrit Kooijmans (voormalig café aan d'n Bol) kom je in Ophemert en dus niet in Varik

 
Piet Udo (oud Dreumelnaar)