Schaatswedstrijd op het Vaticaan

Antoon van Oss


Het betreft een verslag van een schaatswedstrijd in 1965/1966 over drie ronden. Georganiseerd door de sportminnende Piet Lemmers (toentertijd voorzitter van Aquilla) met als hoofdprijs één harde Hollandse gulden waarschijnlijk uit eigen zak door Piet in de a.s. Dreumelse talenten geïnvesteerd.
 
Aan de start mijn persoon op Friese doorlopers vanwege gebrek aan bijbehorende hoge schoenen onder strontlaarzen gebonden, Jantje Kuipers (van de slager) op bootjes,  Lardje van den Bosch op kunstschaatsen, Antoon van Deursen ook op Friese doorlopers en tot slot  een mijner relaties nl. lange Jan uit Alphen op noren.

Lange Jan liep met mij college op de ULO in Beneden Leeuwen (van de Hr. Kuipers plaatselijk beter bekend als de Kuup). Voor ons dus de enige buitenlander aan de start. Zijn bijnaam had Jan te danken aan het feit dat zijn lengte in cm drie keer zijn, door onpartijdige instanties, gemeten IQ cijfer betrof.

 
Ik had met Jan afgesproken dat hij de eerste plaats mocht behalen nadat ik de concurrentie er uit gereden zou hebben. De buit zou in een tegen drie delen verdeeld worden. Ik was vanwege de inzet uiteraard goed voor de drie delen.
 
Lardje was veruit favoriet omdat hij een door de wol geverfde rolschaatser was. Lange Jan boezemde ontzag in vanwege zijn noren die lang niet voor iedereen binnen bereik lagen.
 

1954: schaatsen op het Vaticaan Winter 1956
 
Afijn vier slagen na de start stuurde ik Antoon  van Deursen al met een welgemikte klap van mijn Friese neus tegen zijn neus de kanten in. Na zo'n vroege val in de wedstrijd gaf hij meteen op.

Jan Kuipers gaf me meer problemen: op zijn bootjes hadden mijn doorlopers geen vat. Bij iedere poging hem ondersteboven te rijden schopte hij mij bijna de baan uit. In een laatste alles-of-niets poging gaf ik een ruk aan zijn, toen zeer modieuze, lange das, Met een klap viel zijn droom in duigen. Luid blèrend strompelde hij naar de organisatie om kond te doen van het hem aangedane onrecht. Het had, helaas voor hem, buiten de waarneming van deze plaatsgevonden.

 
Lardje van den Bosch maakte zijn favorietenrol helemaal waar en was inmiddels al aan zijn tweede ronde begonnen en zag de overwinning al binnen bereik. In mijn ooghoeken zag ik hem achterop komen. Ik plantte met een welgemikte slag de punt van mijn linker Friese doorloper precies in het ijzer van de  kunstschaats. Zo doken we muurvast over elkaar op het ijs.

Gelukkig kon ik mijn voet uit de laars trekken en vluchten want voordat ik het goed en wel besefte had ik al drie muilperen te pakken. (Ja dè Lardje waar unne héte) Ik liep luid protesterend naar de baanmeester al wijzend naar het kwaad daar op het ijs. "Och Tontje,  wat zedde toch un stulphout! Hier hedde un kwartje tegen de pijn." sprak Piet glimlachend.

 
Als ware samenzweerders stonden Jan en ik even later bij d'n Bûter snoep uit te kiezen.
 

Winter 1956: Willie van Deursen

Winter 1956: Broer van Deursen

 

Herkent u iemand op een van bovenstaande foto's?

Mail het ons!

met dank aan Henk van Welie