De winters van 1956 en 1963

Will. van de Pol


De winter van 1956, alweer meer dan 50 jarig geleden, was zeer streng. Thuis met een kolen/houtkachel die de huiskamer, de keuken en de slaapkamers op de begane grond warm moest houden.

De waterpomp in de keuken moest je 's avonds leeg laten lopen en de volgende morgen meestal met een ketel lauw water weer aan de gang maken. Het gasstel dat normaal in het achterhuis (de déél) stond kwam naar de keuken, want anders zou het gas bevriezen.

Voor het naar bed gaan werd er een baksteen op de kachel verwarmd, dan in een krant gewikkeld, een doek erom en achter in bed gelegd.

   
Bij het naar bed gaan hadden mijn broer Hans en ik bijna ruzie op wiens plaats in bed de steen mocht liggen.

Stom….. als je daar nu met alle comfort aan terugdenkt. Op de déél vroor het bijna net zo hard als buiten.

Wat mij hier bijzonder goed van is bijgebleven is het feit dat de rivier de Waal was dichtgevroren, en er derhalve geen scheepvaart was.

Aan de dijk ongeveer ter hoogte van Piet Kusters was over het ijs van de Waal een pad gemaakt richting Varik.

Tegen betaling van een vrijwillige bijdrage kon men de overtocht op eigen risico beginnen. Ik dus niet…

 

1956/57: L-R: Willy Bleij, Jan van Deursen, A. Beukema; bezig met het maken van een pad over de dichtgevroren Waal. (1 week werken voor drie man)  
 
Wat op mij die winter veel indruk heeft gemaakt waren de ijsbrekers. Ik zat dat jaar in de zesde klas bij meester Heimeriks.

De lokalen van klas 5, 6 en7/8  van de jongensschool aan de Wilhelminastraat hadden uitzicht over de boomgaard van Piet Cruijsen richting de Waal. Om de Waal na de strenge vorst weer snel bevaarbaar te maken werd de hulp in geroepen van ijsbrekers.

Op een bepaald moment kon je de rookpluimen van deze stoomijsbrekers zien. Om een goed beeld te krijgen mochten wij van meester Heimeriks op de banken gaan staan. Even later zijn wij met de hele zesde klas naar den Bol gelopen om daar de stoomijsbrekers met die geweldige schoorstenen  hun werk te zien doen.

 

1963, Dreumel: twee stoomijsbrekers banen zich een weg door het ijs

 

winter 1963: schepen liggen vast in de dichtgevroren Waal

Winter 1963

Ik had verkering in Alphen, en zou oudejaarsavond doorbrengen bij mijn schoonouders. Op 31 december was het heel slecht weer met hevige sneeuwstormen. Mijn bedoeling was het om 's avonds pas richting Alphen te gaan, maar door het slechte weer werd dit al vroeg in de middag.(ik vond dit overigens niet erg).

Met de fiets kon je al bijna niet meer door de sneeuwduinen heen. Deze waren door de harde wind op de weg terecht gekomen. Als een soort sneeuwman aangekomen bij mijn vriendin (mijn huidige vrouw). ‘s Avonds veel lol, maar de geplande terugtocht midden in de nacht naar Dreumel zat er niet in. Het weer was veel te  slecht. De nacht alléén doorgebracht op de achterzolder, gescheiden door de brandmuur van de rest van de familie.

 
Martien de Vree op de Waal Nico Smulders op de Waal
   

Op zondagmorgen 1 januari plannen gemaakt om naar mijn ouders Piet en Tonneke van de Pol te gaan. Maar al snel bleek dat de wegen onbegaanbaar waren door de grote hoeveelheid sneeuw, dus ook de eerste dag in het nieuwe jaar in Alphen met de schoonfamilie doorgebracht.

In de bebouwde kom van Alphen was inmiddels wat sneeuw geruimd, en waren de wegen redelijk begaanbaar. ‘s Avonds laat stapte ik welgemoed op de fiets richting Dreumel, maar vanaf Jan van Lent bij  de kruising van de Bering en de Nieuwstraat in Alphen tot aan de kruising Papesteeg/Nieuwstraat bij Dorus de Kleijn in Dreumel was verkeer onmogelijk.

 

Met de fiets op de nek of lopend met de fiets aan de hand worstelde ik richting Dreumel door bijna een halve meter sneeuw.

Tegenover de boerderij van waar toen Dorus de Kleijn woonde (thans bewoond door Bets, een dochter van Dorus, en haar man Hans Henzen) heeft de sneeuwslee van de gemeente nog een aantal dagen in het weiland gestaan.

De slee is daar waarschijnlijk bij het omdraaien vastgelopen. Ook hebben die winter op de kruising van Heemstraweg/Nieuwstraat meters hoge bergen sneeuw gelegen, ontstaan door het sneeuwvrij maken van deze kruising.

winter 1963: Burgemeester de Leeuw met zijn zoontje in gesprek met Dorus de Kleijn op de kruising Nieuwstraat/Papesteeg