Herman Frederik Esser Bakovens

Jan Reuser - Bea van Leur - Jos van Koolwijk


 

Wie is Herman Frederik Esser?

Zijn officiële naam is Hermann Friedrich Esser. Hij heeft zijn naam “vernederlandst” tot Herman Frederik Esser.
 


1891-09-10 PNHC

Schrijfwijze van zijn naam
De naam Herman Frederik Esser komt in diverse documenten en advertenties voor als: Esscher / Frederik Hermann Esser / Frederik Hermanus Esser / Th F. Esser / Fredrik Herman Esser.


Foutieve notatie in het Bevolkingsregister van de Gemeente Dreumel

Herman Frederik werd op 6 april 1861 geboren in Elberfeld (een stadsdeel van de Duitse stad Wuppertal).

Op 3 juli 1883 huwt hij met Christina van den Heuvel, geboren op 20 september 1853 in Kessel (gemeente Alem, Maren en Kessel).

Esser komt uit een familie van machinisten (zie advertentie links). Zijn vader en broers zijn in 1891 op diverse stoomgemalen in de omgeving werkzaam.

Herman Frederik Esser is werkzaam op het in aanbouw zijnde stoomgemaal te Dieden als er in een advertentie gevraagd wordt om een machinist tevens bankwerker op het in aanbouw zijnde stoomgemaal van Wamel in Dreumel


1879-10-06 Nieuws van den Dag

 

 

Herman Frederik Esser volgt Wilhelm Hinterberg (geboren 7 mei 1852 in Kleef) op, die vanaf 1 januari 1890 als machinist verbonden was aan het Wamels stoomgemaal.

Na zijn aanstelling vestigt hij zich met vrouw en kinderen op 11 april 1891 in de dienstwoning op de Oude dijk 196 in Dreumel. (Ze krijgen elf kinderen waarvan de laatste vijf in Dreumel worden geboren).

 

Activiteiten van Herman Frederik Esser

Esser is een ondernemende man. Naast zijn werk als machinist bij het Wamels stoomgemaal onderneemt hij allerlei activiteiten. Zo begint hij in 1896 met de verkoop van naaimachines en "aanverwante artikelen".
 
 

1896-10-08 Provinciale Noordbrabantsche
en 's Hertogenbossche Courant

Voorbeeld van een naaimachine uit 1899

   

Lang heeft hij dit werk niet gedaan want in 1899 richt hij een werkplaats (waarschijnlijk aan de Oude dijk) op voor de vervaardiging en reparatie van vélocipèdes. Het bedrijf droeg de illustere naam "De Vliegende Hollander".

   

1899-03-20 Provinciale Noordbrabantsche
en 's Hertogenbossche Courant

Mogelijk vervaardigde Esser dit soort fietsen.

   

Over fietsen gesproken..... In 1919 werd H. F. Esser als machinist opgevolgd door Piet Nijtmans. Deze werd weer door zijn zoon Johan Nijtmans opgevolgd. De laatste begon ook met het vervaardigen en repareren van fietsen en werd later opgevolgd door Jo Nijtmans. Toevallig?

 
In 1898, komen we de naam van Esser ook al tegen in de krant. Samen met andere personen uit Dreumel (Esser & Co) heeft H. F. Esser het plan opgevat om een automobieldienst te gaan exploiteren tussen Druten en Zaltbommel. Het lijkt niet waarschijnlijk dat dit project van de grond is gekomen want de kranten berichten er verder niet meer over.
 

1898-12-13 Algemeen Handelsblad

 
Het is niet duidelijk hoe Esser deze plannen heeft willen realiseren want hij was niet in het bezit van een registratie om een motorvoertuig te mogen rijden.

Burgemeester Van Eijseren was de eerste geregistreerde houder van een motorvoertuig in Dreumel (en zelfs in Maas en Waal) en dat gebeurde pas in 1902.

Pas op 7 mei 1907 wordt Wilhelmus Bernardus Esser, de eerste zoon van F. H. Esser, als houder van een motorvoertuig geregistreerd (Kenteken M-694 (De "M" staat voor Gelderland).

Hij is daarmee de derde Dreumelnaar, want - hoe toevallig! - op dezelfde dag ontvangt W.T. H. Wettelings uit Dreumel als tweede zijn registratie.


Ter illustratie een foto van een busonderneming die de busverbinding
verzorgde tussen Nijmegen en Gennep.Bron: www.hulsmanhistorie.nl

 

Op 18 november wordt nummer M-2238 afgegeven aan F. H. Esser, Oudendijk 196. Daarmee is hij de zesde geregistreerde houder van een motorvoertuig in Dreumel. Er wordt niet vermeld of het een automobiel dan wel een motor betreft. Ook is niet duidelijk of het hier vader Esser betreft of zijn derde zoon die dezelfde initialen heeft.

   
De Boter-separator
In 1902 en 1903 is Herman Frederik Esser betrokken bij de  verdere ontwikkeling van de boter-separator, een uitvinding van dorpsgenoot Cornelis Wilhelmus van Deursen.
 

Bouwen van een werkplaats

In 1906 vraagt de heer Esser aan het college van Burgemeester en Wethouders van Dreumel vergunning om op het perceel kadastraal bekend sectie A, nummer 1194, een werkplaats te mogen bouwen. In deze werkplaats maakte hij plaat ijzeren bakovens.
 
Bij de aanvraag overlegt Esser een verklaring dat er géén mechanische beweegkrachten worden gebruikt maar wel een smidshaard.
 

 

De vergunning wordt verleend door het college van Burgemeester en Wethouders op 4 augustus 1906. Het was destijds gebruikelijk dat een aanvrager moest verklaren dat zijn werkplaats geen fabriek was in de zin van de Veiligheidswet!!

 

Deze werkplaats om bakovens te vervaardigen stond in de Rooijsestraat tussen de huizen van dokter H.J. Lubberman (nu Rooijsestraat 53) en Laurentius van Kessel (nu Rooijsestraat 57) in.
 

H.F. Esser deed in 1906 een aanvraag voor het oprichten van een werkplaats (groene blokje) aan de Rooijsestraat. Deze zou gebouwd moeten worden tussen het pand van Laurentius van Kessel (1) en het pand van dokter H. Lubberman (2). In blauw (links van het groene blokje) het ook in 1906 gebouwde pand van Van Welie met postkantoor.
 
Rooijsestraat 53 (woning dokter Lubberman) Rooijsestraat 57 (rechts het pand van Laurentius van Kessel)
 

 

Bouwen van een smederij

Op 25 april 1907 vraagt Esser vergunning aan het gemeentebestuur tot het mogen oprichten van een smederij.

 

 
Hij is dan inmiddels met zijn gezin verhuisd naar een woonhuis in de Rooijsestraat vlakbij D'n Bol.
 

 

Woonhuis en smederij van H.F. Esser stonden links op de foto (Rooijsestraat 1). Het huis op de foto is van een latere datum.

 
Het is niet bekend of Esser senior zelf ook werkzaam is geweest in de smederij. Feit is wel dat de oudste zoon van Esser, Wilhelmus Bernardus, te boek stond als smid. Lang heeft dat echter niet geduurd want in oktober 1907 al vertrekt hij naar Duisburg. 
 

H. F. Esser, Fabrikant te Dreumel

Voor de verkoop van hete luchtovens van het handelsmerk Lucro wordt door H. F. Esser flink geadverteerd. Bijna wekelijks verschijnen er advertenties in allerlei kranten in Nederland. Zelfs tot in Suriname wordt er reclame gemaakt!
 


1916-06-24 Nieuw Venlosche Courant

1904-11-27 Tilburgsche Courant

 

   

Suriname: 1906-03-30 Koloniaal Nieuws & Advertentieblad

 
Het lijkt erop dat de zaken goed gaan, maar op het persoonlijke vlak is dat niet het geval. Zijn vrouw Christina overlijdt op 21 april 1916 en Herman Frederik blijft met vijf kinderen achter. De andere kinderen zijn inmiddels getrouwd en/of het huis uit.
 
Zijn dochter Maria Anna, die op 17 jarige leeftijd zo'n anderhalf jaar in Nijmegen woont en werkt, leert daar haar latere man Pier Hoogma kennen. Hoogma is werkzaam als marechaussee en het is via deze man dat F. H. Esser zijn tweede vrouw vindt.
 
Het is Feikje Hoogsma, een ongehuwde nicht van de vader van Pier. Zij werd op 26 januari 1875 geboren in Oosterwierum in Friesland.
 
Herman Frederik Esser trouwt met haar op 26 september 1917 in Baarderadeel.

 

1917-09-11 Nieuwsblad van Friesland (ondertrouw)

 
Feikje komt bij hem in Dreumel wonen (inschrijving in de gemeente Dreumel op 18 oktober 1917).
 
In 1918 besluit Esser ook maalmolens te gaan bouwen.
 

05-10-1918 Leeuwarder Courant

 
Op 1 februari 1919 neemt hij ontslag als machinist van het Wamels stoomgemaal.

1918-12-14 Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche Courant

 
Op 25 januari 1919 verhuist Frederik Herman Esser met zijn vrouw van Dreumel naar Nijmegen. Daar woont hij in de Groesbeeksedwarsweg 67. In datzelfde jaar koopt hij ....

 

29-01-1920: notariële akte (Johannes Vijghstraat 36-38)

 
In dat zelfde jaar gaat hij een samenwerkingsverband aan met Leendert Dingeman Boudeling, assistent accountant te Nijmegen en opent F. H. Esser een smederij aan de Coehoornstraat 15a in Nijmegen. De plannen zijn behoorlijk ambitieus want naast het bouwen van bakovens, gaat het bedrijf zich ook toeleggen op het handelen in machines ten behoeve van het bakkersbedrijf, het aanleggen van verwarmingsinstallaties en alles "wat in den ruimsten zin met een en ander verband houdt."
 

15 april 1920: Nederlandse Staatscourant, nr. 73

 
De smederij wordt gevestigd in de Coehoornstraat 15a.

Achtereenvolgens woont F. H. Esser op verschillende adressen in Nijmegen en staat in ieder geval tot 1928 in de adresboeken vermeld als ovenbouwer.

1922: Van Rosendaelstraat 58 (ovenbouwer), telefoonnummer 2112.


1922: Adresboek Nijmegen

 

Coehoornstraat 15a Nijmegen

 

Erg succesvol is de onderneming niet geweest want het bedrijf wordt op 20 april 1923 in staat van faillissement gesteld.
 

20-04-1923 Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant

 
Op 24 juli 1926 wordt het definitieve faillissement uitgesproken:
 

24-07-1926 Arnhemsche Courant

 
Esser woont dan in de Vondelstraat en staat tot 1928 nog te boek als ovenbouwer. Hij overlijdt op 11 november 1930 te Nijmegen. Hij is 69 jaar geworden.
 

 
Zijn vrouw Feikje woont tot 1932 aan de Berg en Dalscheweg 28.
 
Bronnen:
  • Bevolkingsregisters Dreumel;
  • www.hulsmanhistorie.nl;
  • Archief HVG/Hans Jurriëns;
  • Diverse historische kranten;
  • Archief Stichting Tremele.