Een historie over Story en Storij


De punten op de IJ - G. Story (bron: Tweestromenland nr. 37, blz. 7 – 8)


Ruim drie eeuwen wonen er Story's in Nederland. Zij zijn van Engelse origine. Het woord story heeft in het Engels meer dan één betekenis: verhaal, vertelling, gerucht. In ironische zin: smoes. Een story-verteller is een smoesjesverkoper. In ongunstige zin: leugen. Het betekent ook nog: verdieping.

De familienaam Verdieping heb ik nergens gevonden, evenmin als de naam Leu­gen. Verhaal als naam, komt voor in Nederland, maar het is niet onmogelijk dat deze naam een vertaalde is.

Buitenlandse namen omzetten in Nederlandse equivalenten gebeurde in Nederland bij de inrichting der Burgerlijke Stand. In Leiden bijvoorbeeld is een geval bekend dat de naam Civiel is vertaald in Beleeft. De omzetting in Burger zou naar mijn mening geschikter geweest zijn.

In Nederland zijn veel namen afgeleid van het beroep dat werd uitgeoefend, zoals Smid(t), Timmerman(s) etc. en het is naar mijn mening deze richting waarin men de herkomst van de naam Story moet zoeken. Ook in Engeland zal de naamgeving zich op analoge wijze hebben voltrokken als in de overige landen van Europa.

   
In woordenboeken vindt men onder store: magazijn, bazaar, toko. Het woord store-keeper betekent: tokohouder, magazijnmeester (ook militair). In het Oud­Engels werd deze store-keeper een storyer genoemd. In Zeeland heeft een Storye gewoond, die in Domburg gehuwd was met Stevelyne de Poorter.

Wanneer men in aanmerking neemt dat de letter r door de Engelsen bijna toonloos uitgesproken wordt, dan was de Nederlander van die dagen licht geneigd deze r bij het noteren van de naam te verwaarlozen en van Storyer simpel Storye te ma­ken.

 
Er is een lezing die zegt dat de Story's uit Schotland afkomstige schapenfokkers waren. Hiervoor pleit de 'schapeschaar' die in het schildveld van het familiewapen is afgebeeld. (Zie afbeelding hierboven).

De Schotse schapenfokkers van die dagen weidden hun kudden in georganiseerd verband en waren weken onderweg. In deze organisatie was de storyer degene die over de proviand etc. het beheer had. Hier liggen aanwijzingen dat de naam Story niet verhaal betekent, maar foerier. In Nederland komen de namen Foerier, Fourier en Fournier niet zelden voor.

 
Punten op de ij

Toen de Story's in Nederland kwamen, werd de naam verder veranderd. De y werd een ij. De dominees en pastoors die later de naam in doop-, trouw- en begraaf registers inschreven, gaven als Latinisten de voorkeur aan de i en breidden deze uit met de j, waardoor de ij ontstond. Voor de uitspraak was dat geen bezwaar, want in die dagen werd overal in de Lage Landen deze ij als een ie uitgesproken. Nu nog bestaan deze vormen: bijzonder - biezonder etc. 

Misschien hebben de Story's deze verandering niet eens opgemerkt. Misschien hebben zij dat ook wel. 'What's in a name?' zullen zij hun beroemde tijdgenoot hebben nagezegd.

Waarschijnlijk hadden zij gewichtiger zaken aan het hoofd. Nergens blijkt dan ook dat zij van deze punten ooit een punt hebben gemaakt. Latere generaties Story's leerden dan ook braaf hun naam met een ij te schrijven. Tot in de 19de eeuw nog... 

Toch zijn er Story's wier naam bij de Burgerlijke Stand met een y ingeschreven is. Dit is het gevolg van het bewust kiezen voor de Engelse vorm door de eerste ambtenaren van de Burgerlijke Stand in 1811, het jaar van de instelling van dit overheidsinstituut, althans in het Koninkrijk Holland. In Brabant en Limburg werd deze al in 1794 ingevoerd!

Later gebeurde dit als gevolg van ambtelijke vergissingen, doordat men, bijna automatisch, de naam Story met een Ypsilon schreef. Zo gebeurde het dat van kinderen uit één gezin enkelen Story en anderen Storij geheten waren. (zie ook "van Sonsbeek/van Zonsbeek")

Aangezien in de 19de eeuw de 'gezinskaart' nog niet bij de Afdeling Bevolking in gebruik was, gebeurde het dat bij verhuizing naar een andere gemeente de y weer in een ij veranderde. Immers, de aangever, reeds lang gewend zijn naam met een ij te eindigen, deed dit ook voor het loket van de Afdeling Bevolking in zijn nieuwe woonplaats, eventueel met bevestiging door meegebrachte getuigen.

Het is dus niet zo dat er twee verschillende families Story bestaan, waarvan de ene de naam met een ypsilon en de andere met een ij schreef. Dit had niet te maken met een gebrek aan ontwikkeling, want hoewel er tussen de Story's nogal wat maatschappelijke verschillen bestonden - onder hen vond men handwerkslieden, boerenarbeiders, landbouwers, schepenen, burgemeesters,kasteelheren, marineofficieren, tot een admiraal toe - zowel de burgemeester, de kasteelheer als de officier lieten hun naam op een ij eindigen. Alleen de admiraal gebruikte consequent de y. En de admiraal had, gezien de naamsverklaring, natuurlijk groot gelijk.

 
Maas en Waalse Story's

Misschien zijn er Story's - veel wonen er in het Land van Maas en Waal - die de punten niet langer pikken en besluiten deze te laten verdwijnen. Bij mij is het gelukt, zonder al te veel inspanning en, voor mij, mogelijk rekening houdend met een bekende Schotse karaktertrek, is het geheel gratis gebeurd. 

Als U 'Storij', er aan begint, wendt U dan tot de hoofdambtenaar van de Afdeling Bevolking in Uw gemeente. Mijn ervaring is dat deze U zeer welwillend, puttend uit hun kennis omtrent deze materie, met de juiste adviezen terzijde staat, dat hij uiterst secuur met Uw probleem manoeuvreert, daarbij de puntjes op de ij zet, maar deze er ook weer afhaalt als daartoe aanleiding bestaat. 

Intussen is hierdoor bij mij belangstelling voor mijn voorgeslacht gewekt. Dit bleek afkomstig te zijn uit Appeltern en Maasbommel. Via zes generaties ben ik aangeland bij Johan Story, gehuwd met Gerike Post. Deze Johan was Richter der Stadt en Vrijheidt Maasbommel. Hij leefde - naar mijn schatting ­ van plm. 1680 tot plm. 1760. Ook zijn zoon Jan en kleinzoon Johan Jan waren schepenen. Tot in de vorige eeuw hebben Story's een rol gespeeld in de Stadsregering.

Bij een persoonlijk bezoek aan het raadhuis van de gemeente Appeltern in Maasbommel hoopte ik in de archieven aldaar meer gegevens te vinden, maar tot mijn verwondering bleek men zelfs niet op de hoogte van het bestaan van die magistraat in de 17de eeuw.