De pauw


redactie - Tineke Vink - Liefkens


 

Zo daar zijn we weer. De zomermaanden zijn vol geweest van de buitenboel schilderen,  tuindingen doen en vakantie. Dan is achter de computer zitten met mooi weer toch een iets mindere bezigheid.
 

Tijdens de vakantie was ik in het schitterend Parc de Bagatelle bij Parijs. De tuin van Marie-Antoinette was vol van kronkelpaadjes, rotspartijen, watervallen, vele bloemen en dieren. Waaronder ook deze pauw.
 

Daar, onder de rook van Parijs dacht ik “ Zijn er in Dreumel eigenlijk nog wel pauwen?”

 

Jawel!!!

   

Bij de familie Schellekens in de Papesteeg. Kinderen noemen hun boerderij zelfs “ De Pauwenboerderij.” 

Op het erf en in de weilanden lopen zeker vier hanen, vijf hennen en op dit moment zijn er wel vijftien jonkies. In de avond trekken ze zich terug op de spanten van de ligboxen.

 

De bezorgde hennen blijven met hun kleintjes beneden maar gaan telkens een beetje hogerop zitten totdat de hele familie pauw op de spanten zit te slapen.

De pauwen eten met de pot mee. Zoals de gevallen pruimen onder de bomen. En bij de koeien zijn altijd wel wat brokken of maïs mee te pikken. Ook wormen en insecten staan op het menu.
 

Riekie is nog steeds verwonderd over de kracht in hun staartveren als de haan de meer dan 150 prachtveren met de bekende ogen opzet. En vervolgens de enorme waaier veren laat ritselen om indruk te maken op de vrouwen. Dan is het spreekwoord “ zo trots als een pauw” zeer toepasselijk.

   

Kenmerken

De pauw behoort tot de familie van de fazantvogels.

De blauwe pauwhaan (Pavo Cristatus) valt op door zijn prachtige blauwe verenkleed en lange staart.
 

De hen is daarentegen somber bruin gekleed. Dit komt haar goed uit! Dan valt zij niet op als ze ergens in het wild op de grond zit te broeden. De pauw kan echter ook vliegen.

Door hun harde roep waarschuwen pauwen elkaar voor gevaar. Maar hij laat ook van zich horen als hij wil gaan paren.

 

Het pauwenjong

De pauw is met drie jaar geslachtrijp. Dan pas krijgt de haan zijn mooie sleepstaart die met zes jaar volgroeid is.

In een slordig nest ergens op de grond worden 5 tot 8  bijna witte eieren uitgebroed.
 

Na 28 dagen worden de pauwenbaby’tjes met veertjes geboren, niet met dons zoals vele andere kuikens.

Al snel hebben de pauwenkindjes ook een verenkroontje en oefenen het pronken door hun kleine staartveertje op te zetten. Mama Pauw verzorgt haar kindjes alleen.  Papa pauw loopt ergens buiten rond te rennen en een beetje stoer te doen.

 

Geschiedenis:

Via de Romeinen is de pauw ons land binnen gekomen.

In de 17-de eeuw was  de pauw een algemene siervogel. De veren werden voor vele versieringen gebruikt. Ook kwamen ze voor op familiewapens en op munten.
 

In oude volksverhalen hoort de pauw bij liefde en goden. Als je een pauwenveer vindt brengt dat geluk.

 

Al is de pauw nog zo mooi, de volgende spreuk is ook erg goed:

 

De mus heeft met de pauw te doen, door de last die hij moet dragen van zijn staart.