redactie - Tineke Vink - Liefkens
|
|
Eigenlijk had ik al voor mezelf beslist om geen vlinders meer te
fotograferen. Ik heb al wat tijd verspeeld om een mooie foto te
maken van een vlinder. Als ik knipte sloeg het kleurig vlindertje
net zijn vleugels dicht. Of ik loop ze na van bloem naar bloem en
uiteindelijk nog niks. Maar vandaag zat het mee!
Een
geweldig mooie Sint Jansvlinder op knoopjeskruid. Dacht ik dat het
toch uiteindelijk gelukt was een goede foto van een vlinder te
maken, lees ik thuis in een boek dat hij totaal niet schuw is. Maar
de foto heb ik. |
|
|
|
De Sint Jansvlinder
of men zegt ook wel Bloeddropje. |
|
Kenmerken |
|
|
Latijnse naam:
Zygaena filipendulae.
Het is een nachtvlinder die overdag actief is. Nachtvlinders
herken je aan de verdikte antennes. Dagvlinders hebben
smallere sprietjes op hun koppie staan.
De voorvleugels hebben een spanwijdte van 30 tot 38 mm en
zijn glanzend zwart met 6 bloedrode stippen. De rode vlek aan
de vleugelbasis is gescheiden door een ader en telt voor
twee.
De achtervleugel is rood met een dun zwart randje. Hij
vliegt wat onhandig van bloem naar bloem en is totaal niet
schuw. |
|
|
|
Leefgebied
De Sint Jansvlinder komt voor in heel Europa van de lagere gebieden
tot op wel 2000 meter hoogte. Aan bosranden en open grasplekken die
rijkelijk begroeid zijn met bloemen. Waardplanten zijn rolklaver,
distel, knoopjeskruid en andere lekkere nectarplanten. |
|
|
|
Uitbreiding |
Van half juni tot begin
augustus vliegt de Sint Jansvlinder. Van september tot het jaar erop
verpopt de vlinder zich. Eerst legt hij eitjes, dan overwintert hij als
rups. De rups is felgeel met zwarte stippen in de lengte van zijn
rug. Deze spint een glanzende gele cocon waarin de vlinder zich
verpopt. |
|