De spreeuw - 2

zie ook "de spreeuw - deel 1"

   

juni 2007


redactie - Tineke Vink - Liefkens


Van Jos hoorde ik dat een bezoekster van tremele.nl de vraag had gesteld waarom er zoveel spreeuwen op dit moment in de lucht te zien zijn.

2010

Zelf heb ik het imponerende schouwspel van de spreeuwen ook mogen beleven. Fietsend over de Van Heemstraweg, kijkend richting Griendweg, zag ik duizenden spreeuwen ritmisch in de lucht bewegen. Zij hadden zich tot een enorm grote, soepel bewegende wolk gevormd. De wolk danste heen en weer.

Onbegrijpelijk dat er zoveel vogels tegelijk op deze manier kunnen vliegen zonder elkaar te raken, maar precies de beweging maken die op dat moment belangrijk is. Regelmatig zie je dan een regen van spreeuwen uit de wolk vallen. Deze groep spreeuwen laat zich vallen in de toppen van de bomen. Dat gebeurt net zolang totdat de wolk geheel op is en alle vogels in de bomen zijn beland.

   

Ik vraag me dan af:
Welke vogel beslist er welke kant de wolk uit gaat bewegen, hebben ze een “Hoofdspreeuw”? Van wie hebben ze zo leren vliegen dat er geen ongelukken gebeuren? Als er één vogel tussen zit die het kunstje niet begrijpt dan krijg je rare botsingen. Wie heeft er de moed als eerste uit de wolk te vallen? En welke vogels zeggen dan “Nou, dan ga ik met je mee.” Hoe verdelen ze de zitplaatsen in de bomen?

Er komen uiteindelijk duizenden vogels in een paar populieren te zitten. Mocht u ooit het schouwspel tegenkomen, neem de tijd om de spreeuwen te zien dansen!

 

Kenmerken
De spreeuw (Sturnus vulgaris)  is 22 cm. Hij heeft een purperen met groen, glanzend verenkleed en een korte staart.

Na de rui in de zomer is zijn herfstkleed bedekt met parelachtige witte puntjes. In de winter slijten deze witte puntjes van de veren zodat de vogel in de lente weer zijn glanzende zwarte pakje aanheeft. Er is weinig verschil tussen de mannetjes-  en vrouwtjesspreeuw.

De zang is zeer variërend. De spreeuw maakt fluitende, klikkende, rollende geluiden, maar kan ook geweldig imiteren. Een sirene, wekker of kwakende kikker nadoen is geen probleem.

 

Leefgebied
Bij ons is de spreeuw overal te zien. Ook omdat hij zijn aanwezigheid niet verbergt. Ze zijn zeer beweeglijk en ruzieachtig. Ze leven in open velden met bomengroei, parken en bossen, maar de stad vinden ze ook prima.

Onze spreeuwen overwinteren in Zuidwest-Europa, maar worden weer vervangen door de spreeuwen uit noordelijker landen.

 

Uitbreiding

De man verleidt het vrouwtje niet met zijn liefdesliederen, maar met een van zijn gemaakte woningen. Dit is een slordig nest in een holle boom, oud konijnenhol, onder een dakpan of zelfs in een leeg blikje.

Hij gaat met opgezette veren en flapperende vleugels zitten zingen in de buurt van een nest om de aandacht te trekken van een vrouwtje.

Zij kiest het mooiste nest en daarmee ook haar partner. Het vrouwtje maakt het nest af met veertjes, draadjes e.d.

 
Samen broeden zij de vier tot zes lichtblauwe eitjes uit. De jonkies komen na veertien dagen uit het ei en worden ongeveer drie weken gevoed met insecten, larven, wormen en spinnen.

Later wordt het menu uitgebreid met bessen en vruchten. In de nazomer komen de spreeuwen onze boomgaarden bezoeken. Ze zijn dan schadelijk en moeilijk te verjagen. Het worden ook wel de kwajongens onder de vogels genoemd.

Bijzonderheden
In het najaar zien we de synchroon bewegende wolk spreeuwen. Er zijn groepen van 10.000 tot 100.000 spreeuwen geteld. Zij zijn dan aan het verzamelen en oefenen voor de grote reis.

 
Dat oefenen is hard nodig, want om met zo’n grote groep bij elkaar te vliegen zonder ongelukken, daar is vliegkunst voor nodig.

In de avond dalen ze neer op de slaapplaats. Of ze werkelijk slapen is te betwijfelen. Hun gekwetter is de hele nacht te horen.
   
De spreeuw is ook een slimme vogel. Hij gebruikt de mier als luizenkam. Hij neemt de mier tussen zijn snavel. De mier wordt nijdig en spuit met zijn mierenzuur. De spreeuw strijkt met de mier door zijn verenkleed. Elke vlo of luis gaat op de vlucht voor het mierenzuur.

Wie twijfelt of hij een spreeuw of merel ziet in de tuin: een spreeuw trippelt en een merel hipt.
 

Nergens heb ik kunnen vinden of er ongelukken gebeuren tijdens het vliegen in de grote wolk. Ook over een “Hoofdspreeuw” wordt niet gesproken. Laten we maar aannemen dat er één grote “Bestuurder” boven zit.

Groetjes Tineke Vink-Liefkens.