redactie - Tineke Vink - Liefkens
|
|
|
|
|
Elke zaterdagmiddag met de hond naar
de uiterwaarden, kijken of er nog iets te beleven valt. En meestal
kom je iets tegen waar je blij van wordt. Maar deze zaterdagmiddag
werd ik wel heel erg blij.
Langs de waterkant van de Waal lopen
zomaar zestien lepelaars tussen de grauwe ganzen. Rustig zoekend
naar voedsel. Beetje happen, beetje deftig stappen. Een hele poos
hebben de hond en ik ze bewonderd op een afstand.
Maar bij de minste onraad slaan ze hun lange gracieuze vleugels uit,
stijgen op en gaan glijdend op de wind heen, om een eindje verderop
weer te landen. Als ze over mij heen vliegen zie ik de zon door hun
grote roomwitte veren van de vleugels schijnen. Dit is zo mooi, een
cadeautje voor de hele dag. |
|
 |
|
De
lepelaar (Platalea Leucorodia)
Kenmerken
De vogel is wit met een gele halsvlek en verlengde kopveren. De
poten zijn lang en zwart.
De snavel is het opvallendst. Het is
een grote spatelvormige brede zwarte snavel met een randje geel aan
de voorzijde. Met die snavel kunnen ze niets oppakken of pikken.
|
 |
|
De lepelaar beweegt de snavel in
ondiep water zijwaarts op en neer om zo voedsel te vangen. Een
bundel uiterst gevoelige zenuwen in de snavel zorgt ervoor dat de
lepelaar over een uniek eetgereedschap beschikt.
Hun eten bestaat uit kleine visjes,
garnalen, waterslakken, amfibieën en insecten. |
|
Leefgebied
De lepelaar houdt van gezelligheid. Met grote aantallen vliegen,
foerageren en nestelen ze het liefst langs oevers en rietlanden. In
Nederland zijn er verschillende kolonies. Vooral op de
Waddeneilanden. Maar ook in De Blauwe Kamer bij Rhenen heb ik ze
jaren geleden al zien nestelen. Het is een zomervogel want de meeste
trekken in het naseizoen weer naar de kuststreken van West-Afrika.
|
|
 |
Uitbreiding
Papa en mama lepelaar zien er bijna hetzelfde uit. Mama is iets
kleiner. Samen broeden ze hun drie tot vijf eieren uit, die dofwit
zijn met bruine vlekjes. Het nest is gemaakt van biezen en
waterplanten. Het is verscholen in moeilijk bereikbare bomen en
struiken. Maar ook in moerasland met dichte rietkragen voelen zij
zich thuis.
Kindje lepelaar heeft de eerste weken
een oranje snavel en poten, daarna worden ze donkerder. De kindjes
blijven lang bij de papa en mama om te bedelen voor het voedsel. Het
is ook niet niks om met zo’n snavel eten te leren zoeken. |
|
Tot slot |
De grootste vijand van de lepelaar is
de vos. De oudste kolonie van Zeeland is dit jaar in enkele
dagen geheel geplunderd door een vos.
Veldonderzoekers hebben een GPS-zender
als een rugzakje op de rug van enkele lepelaars bevestigd.
Dit alles om gedetailleerde informatie
te krijgen en om zo de lepelaar beter te kunnen beschermen.
|
 |
|
|
Als u het tv-programma “De
baardmannetjes” kijkt, kent u ongetwijfeld Hans Dorrestijn.
Hij beschrijft de lepelaar zo mooi.
“Een smetteloos wezen, met zwart gelakte poten en vriendelijke
aanblik van zijn lepelvormige snavel, die zelfs niet van zich af kan
bijten. Het symbool voor het totaal ontbreken van agressie.” |
|
Groetjes Tineke Vink-Liefkens |
|