De plataan

al sinds de middeleeuwen in Nederland


redactie - Wilma van Oss


Gewone plataan (Platanus x acerifolia) 

Naamgeving

Het woord plataan is afgeleid van het Griekse platys wat plat of breed betekent en te maken heeft met de afgeplatte, brede kroon van de boom.  De  ‘x’ in de naam geeft aan dat we hier te maken hebben met een kruising.

 

De Gewone plataan is een kruising van de Oosterse plataan die al in de Middeleeuwen in Nederland is ingevoerd uit Zuid-Europa en de Westerse plataan uit Amerika.

De soortaanduiding acerifolia betekent ‘blad van de esdoorn’. Acer is de wetenschappelijke naam voor de esdoornen en het blad van de plataan lijkt daar heel erg op.

 

Gebruik

De Gewone plataan kan goed tegen luchtvervuiling en herstelt zich snel van verwondingen en snoei. Deze wordt om die reden massaal aangeplant als laanboom.

Platanen zijn gemakkelijk te stekken.
   

  Voor het huis op de Vluchtheuvelstraat 2 staat rechts een monumentale Gewone plataan. De leeftijd wordt geschat tussen 75 en 100 jaar.  De boom kan 300 tot wel 500 jaar oud worden! (Links van de plataan staat een Witte paardekastanje met dezelfde respectabele leeftijd.)  
 
Kenmerken

Het blad lijkt op dat van een esdoorn. Maar je kunt makkelijk zien of je te maken hebt met een esdoorn of een plataan: bij de esdoorns staan de bladeren tegenover elkaar en bij de platanen niet (verspreid).

Kenmerkend voor platanen is verder, dat de winterknoppen verscholen zitten in een holte van de bladsteel en pas na het vallen van de bladeren in de herfst tevoorschijn komen.

     

In mei bloeit de Gewone plataan. De vruchten, die in september verschijnen, zijn heel karakteristiek. Het zijn kogelronde bolletjes die bestaan uit een verzameling nootjes. De bolletjes hangen aan een steeltje (vaak) tijdens de winter nog aan de boom.

Een nadeel van platanen is, dat zij in het voorjaar de haren van de jonge bladeren en de vruchten verliezen. Deze haren veroorzaken bij mensen die daar gevoelig voor zijn, problemen aan de slijmvliezen en de ademhalingsorganen.

   

De stam is karakteristiek door zijn kenmerkende tekening: een lappendeken van geelgroene tot grijze vlekken. Dit komt doordat er regelmatig stukken schors afvallen. Het wekt dan de indruk dat dit het werk is van vandalen. In het begin van de vorige eeuw werd in Londen een commissie benoemd die moest onderzoeken wie er verantwoordelijk was voor de afgescheurde stukken schors.

De hoogste en waarschijnlijk een van de oudste platanen in Nederland is ruim 37 meter en staat bij het kasteel Laag Keppel (in de buurt van Doetinchem) waarschijnlijk aangeplant rond 1780. De kroondiameter varieert van 30 tot 37 meter en de stamomvang is ruim 820 cm.

 
Platanen zijn uitstekend geschikt om te leiden. Zowel horizontaal(dakplataan) als verticaal (leiplataan) zijn ze goed in vorm te snoeien. Zij kunnen daardoor prima worden gebruikt als natuurlijk zonnescherm.

Een snoeitechniek die door platanen ook heel goed wordt verdragen, is kandelaberen. Hierbij worden de takken afgezaagd en krijgt de boom het uiterlijk van een kandelaar.

Deze wordt  toegepast bij bomen die te weinig ruimte hebben voor de kroon op pleinen en langs wegen. Of te weinig ruimte hebben voor de wortels.

 
‘Bomenrubriek’ op reces

In de afgelopen twee maanden zijn in de rubriek ‘Plant van de maand’ twee in Dreumel voorkomende houtsoorten besproken die al eeuwen lang in Nederland zijn: de Mispel en de Gewone plataan.

 

Deze laatste boomsoort hoort er in Nederland nog steeds niet echt bij en wordt beschouwd als allochtoon (uitheems/exoot). De plataan verdiende zijn plaats in deze rubriek omdat het in Dreumel een van de monumentale boomsoorten is en daarom ook geplaatst is op de lijst van waardevolle bomen van de gemeente West Maas en Waal. (Zie voor de definitie monumentale bomen bij de Plant van de maand van februari 2008.)

 

Vanaf maart tot de winter staan in deze rubriek de kruiden weer centraal, maar daarna wordt de bomenrubriek weer vervolgd.