Herderstasch mag in geen huis ontbreken wegens zijn
voortreffelijkheid.
Dit schrijft Broeder Aloysius in zijn standaardwerk TROOST
DER ZIEKEN uitgegeven in 1901. Hij beschrijft hierin ruim
300 geneeskrachtige planten met een groote verzameling
huismiddelen van allerlei aard. Hij heeft dit boek
geschreven omdat volgens hem de meeste geneeskundige
werken te geleerd zijn voor de gewonen burger.
Hier wat hij schrijft over deze soort, nochtans maar
onkruid.
Men zamelt de heele plant in den zomer in voor de
wintervoorraad. Overigens moet ze zoveel mogelijk in
verschen toestand gebruikt worden, wijl ze door het drogen
veel kracht verliezen. Verouderde kruiden, ouder dan 1 jaar
hebben geen kracht meer, en zouden eer na- dan voordelig
werken. Het vooroordeel, het welk velen tegen kruiden
hebben, is heel waarschijnlijk ontstaan door ’t gebruik van
verouderde of bedorven kruiden.
Als bewijs geeft hij het volgende voorbeeld:
Een heer had een hevig neusbloeden; al wat men aangewend
had, scheen niets te baten; men vreesde voor zijn leven.
Geen raad wetende, kwam men beangstigd tot mij. Ik raadde
het kruidje Herderstasch aan: men hechtte geen geloof aan
mijn woorden, daar men het reeds tevergeefsch beproefd had.
Ik vermoedde aanstonds, dat men verouderde kruiden gebruikt
had, liet een sterk aftreksel klaar maken, dit den patiënt
opsnuiven en tevens een kopje innemen. Bijna ogenblikkelijk
hield het bloeden op. |