Groot streepzaad

een stroomdalsoort


redactie - Wilma van Oss


 

Groot streepzaad (Crepis biennis)

Er komen in Nederland zeven soorten streepzaad voor. In Dreumel komt zowel klein streepzaad als groot streepzaad voor. Groot streepzaad behoort tot de stroomdalflora.

Stroomdalflora is de verzamelnaam van een groep van circa 250 inheemse plantensoorten, die karakteristiek zijn voor het stroomgebied van de grote rivieren in Nederland. De stroomdalsoorten worden vooral aangetroffen op de hoger gelegen oeverwallen in de uiterwaarden en op de dijken van de rivieren. De soorten van de stroomdalflora zijn afkomstig uit de bovenloop van de Rijn en de Maas en bevatten vele soorten, die ook voorkomen in de bloemrijke graslanden in de Alpen.

Omdat deze soorten kenmerkend zijn voor de uiterwaarden en dus ook Dreumelnaren, horen ze thuis in deze rubriek. Vandaar dat hier groot streepzaad wordt besproken.

Naamgeving
De soortaanduiding biennis verwijst naar het feit dat deze soort tweejarig is.


De Nederlandse naam streepzaad is afgeleid van de vele ribben (streepjes) op de vruchtjes.
 
Groeiplaats
Op graslanden van de uiterwaarden, dijken en bermen. Een behoorlijke hoeveelheid vocht in de bodem is een belangrijke eis aan de standplaats.
 
 

De bladeren staan verspreid langs de stengel en zijn ruw behaard. Vooral de onderzijde van de veerdelig ingesneden bladeren is zeer sterk behaard.

De bladeren zitten met een versmalde spies- tot pijlvormig geoorde min of meer stengel-omvattende voet aan de stengel.


Groot streepzaad
is tweejarig, is 40 tot 120 cm lang. De soort bloeit in mei t/m augustus.

De bloemhoofdjes bestaan alleen uit gele lintbloempjes en hebben een doorsnede van 2-3,5 cm.
 
Pleegsoort voor zeldzame bij
De paardenbloembij (Andrena humilis) heeft zoals zijn naam al aangeeft de paardenbloem als voedselplant. Maar deze bij is ook vaak waargenomen  op  groot streepzaad. Deze bijensoort is in Nederland heel zeldzaam geworden en om die reden op de lijst van bedreigde diersoorten geplaatst (Rode lijst).
 
 
 

Je kunt haar - geen hem, want de mannetjes  (darren) leiden een lui leventje en laten de dames (werksters) het werk doen - op groot streepzaad tegenkomen vanaf de tweede helft van mei. Dan gaat de soort bloeien. Alleen ‘s morgens tot het eind van de middag, dan sluiten zich de bloemen voor de nacht.

De hoofdvliegtijd van de bij is de maand juni.  Rond half juli  is de kans verkeken: dan zit de klus en het leven van de paardenbloembij er op.