Kaardenbol

een succesvolle immigrant


redactie - Wilma van Oss


 

Grote/Wilde kaardenbol (Dipsacus fullonum)

Naamgeving
De wetenschappelijke geslachtsnaam Dipsacus gaat terug op het Griekse 'dipsao'
en betekent 'ik heb dorst' of 'dipsa' wat  'dorst' betekent.

De bladeren zijn twee aan twee tegenoverstaand en de vergrote bladvoet werkt als opvangbakje voor water, dus is hierdoor een geschikte drinkplaats voor vogels en insecten.

De soortaanduiding fullonum betekent ‘van de volders’. Een volder of voller was een ambachtsman in de lakennijverheid. De taak van de volder is het vollen ('laten vervilten') van weefsels. De soort werd al in de middeleeuwen gebruikt om de lakense stof te ruwen.

De kaardenbol werd volgens overlevering ook gebruikt voor wolbewerking. Dat lijkt onwaarschijnlijk, daarvoor zijn de stekels van de zaadbol niet sterk genoeg

 

   

Een sage uit Noord-Afrika (gebied van oorsprong) verklaart de naam.

 

Heel lang geleden werd er op een avond op de deur geklopt van een klein vervallen huisje. Twee vermoeide mannen vroegen de arme bewoner om een slaapplaats voor de nacht. Gastvrij deelde hij met hen zijn schaarse voedsel en ruimde in zijn kleine huisje een plekje in voor de nacht.

De reizigers bleven een paar dagen, waardoor zijn bescheiden voedselvoorraad uitgeput raakte. Op de derde avond verontschuldigde de arme man zich beschaamd: ”Graag zou ik u gastvrij onthalen, maar ik ben slechts een arme man. Ik kan u, mijn gasten, geen maaltijd meer aanbieden. Al het eten is op. Ik adviseer u bij mijn buurman aan te kloppen, hij is een rijk man.” De twee reizigers werden echter bij de deur van het witte stenen huis afgescheept met enkele munten.

De beide buurmannen keken ieder door hun eigen raam naar buiten toen de reizigers vertrokken. Verbijsterd zagen ze hoe de beide mannen plotseling in twee engelen veranderden en terugkeerden. De engelen gaven de arme buurman een klein pakje zaad en de rijke buurman een groter pakje zaad. Direct strooiden beiden verwachtingsvol de zaden op hun land en wachten gespannen af wat deze hemelse zaden zouden voortbrengen.

De ongastvrije buurman zag dat uit zijn zaad prachtige bloemen te voorschijn kwamen, maar zij  bloeiden slechts één dag. Hij kon de bloemen niet alleen niet verkopen, maar het bleek een hardnekkig onkruid dat zijn andere gewassen overwoekerde. Binnen een paar jaar was hij een arm man.

Teleurgesteld was ook de gastvrije arme buurman toen er bij hem alleen maar hoge distels opkwamen met stekelige kolven, vreemd bloeiend met laagjes blauwe bloempjes. Op een nacht kreeg de arme man in een droom een boodschap: “Laad de distelbollen op een kar en verkoop ze op de markt van de stad aan schapenboeren. Zeg hen dat ze hiermee beter hun wol kunnen kaarden.”

De volgende dag toog hij met een volle kar stekelige bollen naar de grote markt en keerde met veel geld huiswaarts. Binnen een paar jaar was hij een rijk man. Sindsdien gebruiken schapenboeren deze bollen om hun wol te kaarden

 

Dat de soort hier zijn naam aan ontleent wordt dan ook door een aantal etymologen in twijfel getrokken. Zij geven de volgende verklaring. Het eerste gedeelte van de Nederlandse naam: ‘kaarde' is afgeleid van het Latijnse 'carduus' dat distel betekent. De planten hebben wel stekelige stengels, maar behoren niet tot de distels en zijn er zelfs geen familie van. Ze horen tot de familie die tot de composieten (Asteraceae) behoren.

 
Er zijn in Nederland twee soorten: de grote en de kleine kaardenbol. Alleen de grote kaardenbol komt in Dreumel voor en is beschermd!
 
Groeiplaats  
Op de drogere kleigronden aan dijken en in ruigten (op de uiterwaarden).
 
Herkenkenmerken

De plant is tweejarig en is  90-150 cm hoog.

De hoofdjes zijn 5-9 cm lang en bloeien van juli tot in de herfst.

De lila bloempjes zijn klein en ongesteeld. Elk bloempje heeft naast een eigen vergroeidbladig omwindseltje ook nog een kelk van stijve haren. Een bloempje heeft vier losse meeldraden.

De bloei begint vanuit het midden van de bloeiwijze en bloeit tegelijk naar boven en beneden.

 
 

 

Gebruik

De uitgebloeide zaadbollen zijn heel decoratief in droogboeketten.De kaardenbol produceert veel nectar en trekt daarom veel insecten zoals solitaire bijen en hommels.