Pijlkruid

een soort met een passende naam


redactie - Wilma van Oss


 
Pijlkruid  (Sagittaria sagittifolia)

Naamgeving
Pijlkruid
dankt zijn naam aan de vorm van de bladeren die boven het water uit steken (zie herkenkenmerken).

Sagittaria komt van sagitta (Latijn) en betekent ‘pijl’ wat dus ook verwijst naar de vorm van het blad. En of dit nog niet genoeg is, wordt daar nog eens naar verwezen in de soortaanduiding: sagittifolia betekent ‘pijlvormig blad’.

De soort hoort tot de Waterweegbreefamilie (Alismataceae).

 

   
Voorkomen
Het is een waterplant, die groeit in het water en langs oevers, sloten, in groter water op plekken die tegen sterke golfslag beschut liggen. Dus je zult ze in de Waal niet aantreffen.
 
Herkenkenmerken

  Pijlkruid bloeit van mei tot oktober met eenslachtige bloemen (bloemen met alleen meeldraden of alleen stampers). De soort is eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De bloemen groeien in trosvormige kransen met meestal drie bloemen. De bloemen zijn wit, aan de voet paarsgevlekt en 2 tot 2,6 cm groot. De binnenste drie bloemdekbladen zijn wit en twee keer zo lang als de drie groene buitenste.  
  Pijlkruid is een overblijvende plant van 30 tot 60 centimeter. In de wortelrozetten worden eerst alleen lange, lintvormige bladeren gevormd die onder water blijven. Tenslotte ontstaan er rechtopstaande bladeren met een boven water uitstekende, pijlvormige bladschijf.