“Gottes Wege sind unergründlich“

 redactie: Jodi van der Giesen

reacties/opmerkingen:karibuni@tele2.nl

nr.

56


 

Het is een onbetwist feit dat je op den duur went aan bijna alles dat je meemaakt, hetgeen je overkomt of ziet gebeuren. Zeker als dezelfde ervaringen zich meerdere keren voor doen. Er zijn uiteraard best wel een paar uitzonderingen, die overigens zonder twijfel ook nog kunnen en zullen verschillen van persoon tot persoon. Hoe sterk sta je in je schoenen, slippers, naaldhakken of klompen, is dan de zeer bepalende factor. Sommigen janken al als het eindelijk lukt een vlieg het hiernamaals in te meppen, anderen verblikken of verblozen niet bij nóg ernstiger gebeurtenissen.

En alhoewel ik me persoonlijk inmiddels zeker gepokt en gemazeld weet door al de akten en bijbehorende en soortgelijke of daarmee verband houdende documenten en de daarop uitvoerig beschreven gebeurtenissen, gaat het me desondanks nog steeds niet in welke kouwe kleren dan ook zitten als er weer eens een voorval in een Dreumelse akte zeer breedvoerig uiteen wordt gezet, dat wederom frappeert. Zelfs enigszins choqueert.

Overlijdensakte No. 17, in het jaar 1895, maakt wederom melding van een schrijnende gebeurtenis, die helaas al vaker heeft plaatsgevonden in, bij en rond de Waal. En die andermaal zeer omvangrijk beschreven wordt in de Dreumelse overlijdensakten

 

 

Op 3 juli 1895 verschijnen schipper Willem van Wijk en rijksveldwachter George Hendrik Peters voor de secretaris van de Dreumelse burgerlijke stand om melding te maken van de gruwelijke vondst van een ‘opgevischt’ lijk van …”het vrouwelijke geslacht, leeftijd onbekend naar gissing veertig jaren, lengte middelbaar, aangezigt blaaw en opgezet, haar grijzend en gevlochten, gestalte heeft het voorkomen te verkeeren in staat van zwangerschap.

Gekleed als volgt, jak blaauw met witte bloemen, borstrok blaauw met bruine streepen, rok bruin, zwart pluche pantoffels met hakken en lederen stukjes terzijde.

Aan den ringvinger der regterhand een vermoedelijk gouden ring, in ieder der beide ooren een vermoedelijk gouden bel.

Waarvan wij de acte hebben opgemaakt welke na voorlezing is onderteekend door ons en den tweeden aangever, verklarende de eerst genoemde aangever zijnen naam wegens ongeoefendheid niet te kunnen schrijven of teekenen”.

Burgemeester Gerrit van Eijseren ondertekent deze akte met een voor zijn doen zeer bescheiden handtekening.

Daarmee zou de kous geheel af kunnen zijn, ware het niet dat er niet veel later datzelfde jaar een aantekening in de marge van deze akte wordt bijgeschreven. De akte zelf wordt op 6 juli 1895 plichtgetrouw beschreven, maar twee maanden later wordt deze kanttekening toegevoegd:

 

 

“Bij vonnis der Arrondissements Regtbank te Tiel van deze eenentwintigsten Augustus achttien honderd vijf en negentig is de aanvulling en verbetering bevolen van nevenstaande Overlijdensacte in dier voege dat daarin worde verbeterd dat het gevonden lijk van het vrouwelijk geslacht was oud zeven en dertig jaren en dat daarin worde aangevuld dat dit lijk was dat van Anna Margaretha Wintgens, zonder beroep, wonende te Rotterdam, geboren te Duisburg, echtgenoote van Henrich Baumer, schipper, wonende te Rotterdam en dochter van Wilhelm Wintgens, zonder beroep, wonende te Duisburg en van Margaretha Schneider, zonder beroep, gewoond hebbende en overleden te Duisburg.

Dreumel, den zesden September achttien honderd vijf en negentig. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dreumel”.

Het aantal akten dat op een registerpagina werd vermeld, hing vaak af van de grootte van de gemeente. Hoe groter het aantal inwoners in een gemeente, hoe compacter en kleiner de akten en hoe meer er op een pagina werden bedrukt en beschreven. Van de in Dreumel gebezigde akten, Dreumel niet bepaald behorend tot de grotere gemeenten, besloegen er slechts twee elke bladzijde in het register der overledenen, zodoende vier op een willekeurig opengeslagen plek in het register:

 

   

Na de overlijdensakte van, zo bleek later, Anna Margaretha Wintgens, volgen er eerst nog drie en op de volgende bladzijde nog eerst drie, alvorens …

 

 

… er blijkbaar geen andere opties voorhanden waren om teksten, anders dan de gebruikelijke, weer te geven dan wederom in de marge van opvolgende, maar blanco gelaten voorbedrukte akten. In dit geval de zeer breed – alhoewel niet breder dan de marge ‒ uitgemeten navolgde tekst:

 

Heden den zesden September achttien honderd vijf en negentig is door ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dreumel in dit Register ingeschreven de navolgende regterlijke uitspraak.

Extract uit de minuten berustende bij de Griffier der Arrondissements Rechtbank te Tiel

__________________??_______________

de Arrondissements Rechtbank ________________

te Tiel _____________

Geeft eerbiedig te kennen ___________

Heinrich Baumer, schipper, wonende te Rotterdam,

_____________________

Dat op 29 juni 1895, toen requestant met zijn schip was varende op de rivier de Waal onder de gemeente Dodewaard, is overboord gevallen en verdronken zijne echtgenoote Anna Margaretha Wintgens.

Dat hij alstoen er niet in is geslaagd het lijk zijner echtgenoote terug te vinden, doch hij op 3 juli daaraanvolgend uit Dreumel bericht heeft ontvangen, dat aldaar een vrouwenlijk was opgevischt uit de rivier de Waal.

Dat hij met zijnen broeder zich daarop naar Dreumel begeven hebbende, na opgraving dat vrouwenlijk heeft herkend voor dat zijner echtgenoote terwijl verschillende herkennings teekenen op het lijk werden gevonden, als een gouden ring met ingegraveerde naam, oorbellen, kledingstukken en dergelijke.

Dat intusschen reeds door den Ambtenaar van de Burgerlijken Stand te Dreumel op aangifte ….

 

 

En ook de opvolgende vier voorbedrukte akten worden blanco en ongebruikt gelaten:

 

 

van Willem van Wijk en George Hendrik Peters in de registers van den Burgerlijken Stand was ingeschreven een acte van overlijden van het aldaar opgevischte lijk van welke acte ten deze een afschrift wordt overlegd,______________________________

  Dat aangezien de herkenning bij het opmaken daarvan nog niet was geschied, in die acte ontbreken de voornamen, naam, ouderdom, beroep, woonplaats en geboorteplaats van de overledene en de voornamen en naam van haren echtgenoot en de voornamen en namen, beroepen, woonplaats harer ouders.___

  Dat thans na de herkenning van het lijk door haren man en haren zwager blijkens het hierbij overgelegd ambtseedig proces verbaal vaststaat, dat de overledene was: _________________________

Anna Margaretha Wintgens, oud 37 jaren, geboren te Duisburg, wonende te Rotterdam, dochter van Wilhelm Wintgens, zonder beroep, wonende te Duisburg en van Margaretha Schneider, overleden en echtgenoote van Heinrich Baumer, schipper, wonende te Rotterdam __________________________________

  Dat indien de Rechtbank van den feiten behalve het overgelegd proces verbaal nog nader bewijs mocht eischen, dit desnoods door getuigen zou zijn te leveren. __________________________

  Dat alzoo de acte van overlijden is ingeschreven in de Registers van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dreumel sub no17, aangevuld en verbeterd moet worden en requestant recht en belang heeft die aanvulling en verbetering te vragen. _________

 Redenen waarom requestant eerbiedig verzoekt dat het U Edelachtbaren behagen te bevelen dat meer gemelde acte van den Burgerlijken Stand worde aangevuld en verbeterd in dier voege dat daar in worde verbeterd dat het gevonden lijk van het vrouwelijk geslacht in die acte vermeld was oud 37 jaren en dat dan in worden aangevuld dat dit lijk was dat van Anna Margaretha Wintgens, zonder beroep, wonende te Rotterdam, geboren te Duisburg, echtgenoote van Heinrich Baumer, schipper, wonende te Rotterdam en dochter van Wilhelm Wintgens, zonder beroep, wonende te Duisburg en van Margaretha Schneider, zonder beroep, gewoond hebbende en overleden te Duisburg, zulks met de gevolgen daar aan door de wet verbonden. _______________

__________________ ’t Welk doende enz. __________________

__________________ (get.) H.C. Dresselhuijs _______________

_________________________ procr _______________________

Gesteld in handen van den Heer Officier van Justitie ten fine van conclusie _____________________________________________

________________Tiel, 16 augustus 1895. ___________________

___________________ (get.) L.J. Philips _____________________

  De Officier van Justitie bij de Arrondissements Rechtbank te Tiel concludeert tot inwilliging van het gedaan verzoek. ______________

   
 

_________________ Tiel, 20 Augustus 1895 __________________

_________________ De Officier van Justitie ___________________

_________________ (get.) Schram de Jong ___________________

__________ De Arrondissements Rechtbank te Tiel _____________

Gezien vorenstaande request bevel van mededeeling en conclusie van den Heer Officier van Justitie, ___________________________

 Overwegende dat requestant verzoekt dat de acte no. 17 in de overlijdens registers van den Burgerlijken ….

 

 

… lijken Stand der gemeente Dreumel van 1895 aangevuld en verbeterd worde in dier voege dat daarin wordt verbeterd dat het gevonden lijk van het vrouwelijk geslacht in die acte vermeld, was oud 37 jaren, en dat daarin worde aangevuld dat dit lijk was dat van Anna Margaretha Wintgens, zonder beroep, wonende te Rotterdem, geboren te Duisburg, echtgenoote van Heinrich Bauman, schipper, wonende te Rotterdam en dochter van Wilhelm Wintgens, zonder beroep, wonende te Duisburg en van Margaretha Schneider, zonder beroep, gewoond hebbende en overleden te Duisburg, zulks met de gevolgen daaraan door de wet verbonden. ___________________________________________

Overwegende dat de Rechtbank in de overlegde stukken grond vindt tot inwilliging van dit verzoek. _________________________

Gezien de artikelen 7a en volgende B.W. staat het gedaan verzoek toe __________________________________________________

Beveelt dat deze uitspraak zal worden ingeschreven door de Ambtenaar der Burgerlijken Stand der gemeente Dreumel in de loopende registers dier gemeente en dat daar van melding zal worden gemaakt op de kant der gemelde overlijdensacte. _______

Aldus gedaan bij Mr. F. Uijttenboogaart, president-rechter. Mr. M.E. Booij en Mr. A.J. Blom, rechters, in raadkamer vergaderd, in tegenwoordigheid van Mr. H.B. van der Elst, Substituut Griffier op Woensdag, den 21e Augustus 1895. _______________________

________________ (get.) F. Uijttenboogaart _________________

__________________ (   ,, ) H.B. van Elst ___________________

_________________ Voor extract conform __________________

Uit te reiken aan den procureur van den verzoeken. ___________

De Griffier der Arrondissements Rechtbank te Tiel _____________

________________ (geteekend) J. ten Bosch ________________

____________________ Onder Staat ______________________

Geregistreerd te Tiel den dertigste Augustus 1800 vijfennegentig Deel 57 folio 104 recto van 1 vier bladen een renvooi.

Ontvangen voor recht drie gulden zestig cent. _________________

___________________ De Ontvanger ______________________

___________________ (Get.) Hoeflake ______________________

De Ambtenaar van de Burgerlijken Stand voornoemd ___________

Handtekening Gerrit van Eijseren.

 

Opvallend (1) toch wel is dat weliswaar de broer van de nu weduwnaar zich mede heeft bekommerd met de identificatie van de overleden vrouw, maar verder niet gespecificeerd wordt in al deze breedvoerige bewoordingen.

Opvallend(er) (2) toch wel is, dat, ondanks dat persoonsgegevens in overvloedige veelvouden worden vermeld in al deze schier grenzeloze teksten, het nergens meer naar voren komt dat de overleden vrouw mogelijk zwanger was.

Mogelijk dus twéé mensen overboord gevallen en verdronken!