Ds. Johannes Ulaeus


 

Johannes Ulaeus werd op 11 oktober 1640 gedoopt in de Oude Kerk te Amsterdam. Zijn ouders, Dirck Jansz. Ulaeus en Maria Pieters Nierop, waren oorspronkelijk afkomstig uit het oosten van het land en hadden bezittingen in de buurt van Kleef.

In 1654 schreef hij zich in aan de Leidse universiteit, gelijk met zijn broer Adriaan. In eerste instantie studeerde hij daar letteren, maar in 1659 treffen we hem te Franeker aan als student in de rechten, vervolgens in 1660 te Leiden als filosofiestudent en ten slotte in 1665 te Utrecht als student in de theologie.

Op 30 mei 1668 werd Ulaeus ingeschreven als lidmaat van de Hervormde Kerk te Alkmaar.

Hij kwam uit Utrecht en was op dat moment proponent, dat wil zeggen, beroepbaar als predikant. Hij moet daarna nog een keer naar Utrecht zijn verhuisd, want in 1674 werd hij voor een tweede keer ingeschreven als afkomstig uit die stad.

Op 16 maart 1681 werd de ondertrouw van Ulaeus met Catharina Hensbroek aangetekend. Zij woonden toen beiden in Alkmaar. Het huwelijk werd op 30 maart voltrokken in St. Pancras.

Kort na dit huwelijk vertrok Ulaeus naar Wamel in Gelderland, waar hij beroepen was als predikant.

In 1684 kreeg hij een betere post te Tilburg, waar zijn broer Adriaan al sinds 1676 woonde. Tot aan zijn dood in 1734 was hij predikant in Tilburg en Goirle.

Ulaeus en zijn vrouw zijn tot hun dood in Tilburg blijven wonen. Catharina Hensbroek werd begraven op 5 april 1732 en Johannes Ulaeus op 11 december 1734.

Hun vier kinderen Maria, Diderick, Antonia en Gerbrant waren toen nog in leven. Beide dochters waren gehuwd, Diderick volgde zijn oom op als koopman en Gerbrant werd predikant.

Johannes Ulaeus was ook een bekend dichter.

In Alkmaar was Ulaeus zeker literair actief.

Hiervan getuigen de handschriften “Verdubbelde rondeelen, angaende d'oorloghs- en staetse saecken van deese tijt, in het collegie tot Alkmaer en Verdubbelde rondeelen angaende Huwelijken, vrijerijen, en besondere voorvallen in allerhande gelegentheit, in het collegij van Alkmaer”

Deze werken bevinden zich in het Alkmaarse gemeentearchief.

Ook in zijn Tilburgse tijd bleef Ulaeus schrijven.

Van zijn hand verschenen nog “Vreugde-zang, gezongen op de dank, en vierdag, over de vrede, tusschen de koning van Vrankryk, en de Staten Generaal (1697), Nieuwe-modischen oorlog, of Mars in conjunctie met de Vreede (1702), treurdichten op het overlijden van Elisabeth de Claar (1716) en Philippus Sint Amant (1717) haar echtgenoot en Salomons spreuken en Prediker (1736), een berijming van deze Bijbelboeken”.

(bronnen: Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) en Wikipedia)