Joannes Francken


Abdijheer van Postel;

Francken Jan, religieus van Postel, onder de tien gekerkerden genoemd. (zie 1)
Op 28 jan. 1672 pastoor van Dreumel,
werd in 1675 gekerkerd onder de naam van Vranc.
Schijnt  pastoor B. Bogaerts te Wamel opgevolgd te zijn, die tevens de parochie te Dreumel bediende.
(Bron: Archief Abdij Postel (B)
 

 
1. Welvaarts T.I., Postels Biographisch Woordenboek,  1892, Brussel, blz. 91:
"Nauwelijks hadden de Fransen in 1675 de aftocht in de Nederlanden geblazen of de  Dijkgraaf van 'Maas en Waal', Zweder van den Boetselaar, liet tien priesters allen een doorn in zijn oog, in hechtenis nemen en hen in de kelder, sedert dien tijd 'papenkelder' genoemd, ten zijnen kasteele te Leeuwen opsluiten"
 
H. van Heiningen – De historie van het Land van Maas en Waal, blz. 48-49:
"Uit de ridderschap van het Nijmeegse kwartier zijn al vrij snel na het proces van Jacob Mom de roomsen (ridders) geweerd. Van elk lid werd een eed gevorderd waarmee ze beloofden het Gereformeerde geloof te belijden en een afkeer te hebben van het Paapse geloof. Vele ridders weigerden dit en daardoor was de toegang tot de ridderschap voor een groot deel van de adel afgesloten. Hele families verdwenen daardoor uit de ridderschap.
 
In Maas en Waal ging dat veel minder snel. Waarschijnlijk zijn hier inderdaad niet voldoende protestantse riddermatigen geweest en de katholieke jonkers zijn in de hele 17e eeuw gebleven. Dat moet soms aanleiding hebben gegeven tot grote innerlijke spanningen die het bestuur niet ten goede zijn gekomen. Zo liet bijv. in 1674 – ondanks een katholieke meerderheid in het ambtsbestuur – de ambtman Sweder van Boetzelair tien priesters in Maas en Waal opgrijpen, die in zijn slot te Leeuwen gevangen werden gezet en eerst na een hoge boete weer werden losgelaten. De meesten van hen werden toen verbannen. (Zie hiervoor Schutjes deel V blz. 9/10).
 
En het was zelfs een roomse plaatsvervangend-ambtman, Balthazar van Erp, die op last van Willem III op 16 juni 1674 pastoor Boogaerts van Wamel en zijn koster Jan van Balen liet aanzeggen dat ze binnen vier dagen de kerk, kapel, pastorie en schoolgebouwen met alle daarbijbehorende goederen moesten overdragen aan de predikant en de gereformeerde schoolmeester. Die goederen waren de roomsen tijdens de Franse bezetting teruggegeven (handschrift aanwezig in register in R.K. parochie-archief Wamel)