1662: |
Thomas
Gerritszoon Coijman, gehuwd met de weduwe van Cornelis Willemse van
Bronchorst wordt
beschuldigd van deelname aan de plundering van 't dorp Leeuwen in de nacht
van 1 op 2 april 1662 door de inwoners van Wamel en Dreumel. Christiaen Lamberts, 48 jr., wonende te Wamel
heeft een
poging ondernomen om zich bij de plunderaars te voegen, doch Leeuwen niet
bereikt en onderweg teruggekeerd. |
|
|
1716: |
Arien Corneliszoon
Cooyman, wonende te Dreumel, heeft op 8 augustus1716 Willem van Oort met een
mes gesneden en hem vervolgens met 'n polsstok tegen de borst gestoten,
zodat deze in de sloot is gevallen.
Verder heeft hij op 9 augustus1716
Hendrick Gerritsen met 'n mes door z'n kleding gestoken en hem 'n snede over
de knie toegebracht. Proces volgt op 1 juni1728. |
|
|
1721: |
Jacob Theuniszoon
Crielen en Dirck Peterszoon van Wichen zijn op 30 augustus 1721 met elkaar
op de vuist gegaan te Dreumel. |
|
|
1734: |
Gerrit van der Eijk
en Peter van Lienden, 28 jaar, vochten op 13 juni 1734 op de openbare weg te
Dreumel met messen tegen elkaar. Daarbij raakte Peter v. Lienden gewond. Bij de rechtzitting op 16 september 1734 werd een boete geëist van f
75.--. |
|
|
1736: |
Derk
Peterszoon Marchal, wonende te Dreumel, knecht, heeft op 12-3-1736 te
Dreumel Derk Wouterszoon zodanig op 't hoofd geslagen, dat deze enige dagen
later daaraan is bezweken. Voortvluchtig. Onthoofding. Uitspraak: 26
november 1737 |
 |
1744: |
Peter Janszoon,
wonende te Dreumel en Arien Hoeflaken, schepen van "Herwaarden", hebben op 30
november 1744 met elkaar gevochten. Daarbij werd Peter Janszoon verwond. De opgelegde boete van f 50.- moeten zij ieder voor de helft
betalen. |
|
|
1769: |
Peter Megens,
schoenmakersknecht te Dreumel heeft op 8 september1769 in de herberg van
Aeldert de Jong te Dreumel Claes Peterszoon Schram dodelijk verwond.
Voortvluchtig. Beslagname van tegenwoordig en evt. toekomstig bezit.
Uitspraak: 6 december1770 te Druten. |
|
|
1778: |
Jan
Hoppenbrouwer, den ouden, wonende te Dreumel en Jan de Vries, wonende te
Tiel hebben op 17 december 1778 in de herberg van Geurt Willems te Dreumel
ruzie met elkaar gemaakt en met een blaaspijp geslagen, en elkaar met
revolver bedreigd. Er is een boete geëist van f25.--. 25 juni 1779. |
|
|
1778: |
Paulus Willemszoon
K(r)uijt, wonende te Os en Lamert van Hal, geboren te Oss, knecht te Dreumel
worden beschuldigd van baldadigheden in de herberg van Paulus v.d. Horst op
8 juni 1778. Ze zijn door de herbergier met blaaspijp het huis uitgewerkt.
Tegen ieder van hen is f 100.-- boete geëist. 23 februari 1779. |
|
|
1780: |
Hendrijn
de Jongh, Cornelisdochter, 20 jr., geboren te Dreumel. Na sexueel contact
met Jacob v.d. Bergh heeft zij haar zwangerschap en bevalling verzwegen en
haar kind in een droge sloot gelegd, 't welk na de R.K. doop spoedig
overleed. Uitspraak op 28-11-1780: 4 jr. tuchthuis. Geprononceerd op 8
december 1780 te Druten.
|
|
|
1781: |
Jan
de Jong, wonende te Dreumel, trok op 20 april 1781 te Dreumel zijn mes tegen
Bart Vink. Er werd een boete geëist van f 50.--. |
|
|
1781: |
Claas
Slangen, Aart van Orsouw en Leendert Vermeulen hebben op 31 oktober 1781 ten
huize van Matthijs van Zeben te Dreumel publiek- en privaat geweld gebruikt.
Als gevolg daarvan werd het dochtertje van Matthijs van Zeben dodelijk
verwond. Claas Slangen werd als gevolg daarvan voor 4 jaar verbannen uit
Gelre en Zutphen. Van Orsouw en Vermeulen werden wegens gebrek aan bewijs
vrijgesproken. Uitspraak: 20 april 1782. Geprononceerd … juli 1782 te Druten. |
|
|
1797: |
Gijsbert van Son, ca.
40 jr. heeft op 16-7-1797 te Dreumel de herbergier Hendrik Jan v. Hoften met
een mes dodelijk verwond. |
|
|
1803: |
Bij
Cornelis van den Hurk en zijn echtgenote Maria van Bisselik, wonende te
Dreumel, werden op 2 februari 1803 bij een controle/huiszoeking naar de
voorraad alcoholica in hun herberg, enige verborgen flessen daarvan in het
opkamertje gevonden.
|
|
|
1801: |
Teunis
de Man, wonende te Dreumel en zijn medeplichtigen Aaldert van Os en Frederik
Holl, worden verdacht van ruzie met en mishandeling van de beurtschipper
Jacob van Swam op 12 oktober 1801 te Dreumel. Ze worden eveneens verdacht
van 't toebrengen van een dodelijke messteek bij diens zuster Geertuij van
Swam (Zij is op 13 oktober 1801 daaraan overleden). De daders zijn
voortvluchtig; aanhouding verzocht.15 februari 1805.
|
|
|
1804: |
Thijs
van Os, wonende te Dreumel heeft op 11 juni 1804 in de herberg van Hendrik
van Welie te Dreumel Willem van Sonsbeek uit Dreumel met de vuisten
geslagen. Er is een boete geëist van f 5.--. 24 mei 1805 |
|
|
1806: |
Mattijs van Os en Bernardis Ceelen, beiden wonende te Dreumel, verstoorden op 18 oktober 1806
in de herberg van Hendrik van Welie te Dreumel een vergadering onder leiding
van schout en buurmeesters door elkaar vuistslagen toe te brengen. Ze zijn
beiden niet verschenen voor de rechtbank. Er is een boete geëist van f 5.
Het geval is in der minne geschikt. |
|
|
1809: |
Gradus de Jong,
wonende te Dreumel heeft op 6 juni 1809 te Dreumel met viskuils gevist
zonder visacte én de gevangen vis vervoerd. Er werd een boete geëist van 2 x
f 25.--;boete van f 50.--. 27 november 1809. |