Gerhardt van de Poll


 

Personalia

Gerhardt (Aerts) van de Poll tot Pollensteijn en tot Cloorstein, Heer van Dreumel en IJzendoorn. Geboren in 1580 en overleden 1 juni 1632. Hij was de zoon van Aert van de Poll en Anna Arentse Pieck.

 

huis te Dreumel (Pollensteijn)

 

Huwelijk

In 1610 huwde hij met Barbara (Hermans) Pieck, Vrouwe van Dreumel, Vrouwe van Pollensteijn en Vrouwe van IJzendoorn. Geboren in 1578 en overleden op 19 november 1651 in Den Haag. Zij werd op 29 november 1651 begraven in Dreumel.

Barbara was de dochter van Herman Hermans Pieck, Heer van IJzendoorn (1550 / 05-06-1611) en Adriana van Balveren tot Raesfelt.

 

wapen Pieck

 

huis te IJzendoorn

 

Kinderen

1. Barbara Alida Adolphina van de Poll van Isendoorn van Pollensteijn, overleden op 24 september 1651. Zij huwde met Johan (II) van Scherpenzeel, Heer van Rumpt, geboren 1585 / overleden 1654.

2. Cornelia van de Poll, geboren in 1610 en overleden in 1684. Cornelia huwde met Jan (Joannes) van der Clusen, geboren in 1610 en overleden in 1669, Heer van de heerlijkheid Waalre, Heer van de heerlijkheid Valkenswaard, Heer van de heerlijkheid Aalst.

3. Catharina  van de Poll, overleden in 1684.

4. Mechteld Jacoba van de Poll, overleden in 1672. Mechteld Jacoba huwde met Floris van Eyck, geboren 1613 en overleden in 1654, Heer van de heerlijkheden Nuenen, Gerwen en Opwetten.

 

Bezittingen

Gerhardt van de Poll bezat de in de Waal tegenover Dreumel gelegen waarden en zanden. Tevens bezat hij het half-dagelijks gericht en de vonden van Dreumel. Door het huwelijk met Barbara Pieck werd het bezit vermeerderd met de andere helft van het gericht.

 

 
Het testament van Herman Pieck
Van de vader van Barbarba Pieck, echtgenote van Gerhardt van de Poll, is het testament bewaard gebleven. Het dateert van 12 januari 1606 en beschrijft de verdeling van de goederen onder zijn vier kinderen. Zijn dochter en dus ook Gerhardt van de Poll ontvangen:
 

 
Gerhart van den Poll als man ende momber Joncfr Barbara Pieck sijner huysvrouwe mijner gelieffde dochter sal aenstondt aenvangen ende behalden, het huys Pollensteyn tot Dreumel in den Ampt van tusschen Maes ende Wael geleegen, met alle erff ende goet, binnendijcx daeraen gehoorich met allen getimmer ende bepotinghe met dijck ende dijckavelinghe, ende voorts alle zijn gerechtighe ende toebehooren.

(vertaling: Huub van Heiningen)
 

Gevangenschap Gerhardt van de Poll en zijn neef Jacob Mom

In opdracht van prins Maurits worden in januari 1621 vijf mensen gearresteerd. De voornaamste is Jacob Mom, ambtman van Maas en Waal. Hij wordt gearresteerd in Utrecht waar hij tijdelijk inwonend was bij zijn dochter, die gehuwd was met Sweder van Brakel.

De tweede gevangene is Gerhardt van de Poll die dan in Den Haag verbleef.

De derde gevangene was een zwager van Jacob Mom, het is Johan van Meekeren, die in Druten verbleef. Hij was plaatsvervangend ambtman in het Land van Maas en Waal.

Elbert van Boetbergen is de vierde gevangene en wordt in Maasbommel gearresteerd. Het hier genoemde vijftal kwam regelmatig in Tiel bijeen om het plan om Tiel uit te leveren aan de Spanjaarden te bespreken. Bij een van die gelegenheden dreigden ze al lelijk in de problemen te komen.

Van Boetbergen, een nogal ruwe vrijgezelle jonker, was aan de rol geraakt, had ruzie gekregen in een van de Tielse taveernen en daarbij een man doodgeslagen. Omdat de schout hem daarom zocht, was hij midden in de nacht bij Jacob Mom komen aankloppen. Die had hem enkele dagen verborgen gehouden en vervolgens hem de stad uit gesmokkeld, omdat men vreesde dat Van Boetbergen misschien op de pijnbank zou doorslaan.

 

De vijfde arrestant is Adriaen van Eynthouts, hoofdschout in het Land van Cuyk. Hij was de zoon van Hendrik Eynthouts, Heer van Empel en Meerwijk en schepen van Den Bosch, en van Elisabeth van Doerne. Adriaan wordt in een Bossche schepenakte van 1609 jonker genoemd en was in hetzelfde jaar schout van het Overkwartier van het land van Cuijk.

 
Prins Maurits Jacob Mom
   
Elbert van Boetbergen Adriaen van Eynthouts
 

Alle vijf zijn lid van het Ridderschap Nijmegen en worden beschuldigd connecties te hebben met de vijand en gepoogd te hebben Tiel uit te leveren aan de Spanjaarden.

Van Grobbendonk, gouverneur van Den Bosch, en Gerhardt van de Poll reizen naar Brussel om het plan Tiel uit te leveren te bespreken met de aartshertogen.

Enkele dagen na zijn arrestatie schrijft Jacob Mom aan zijn neef Gerhardt van de Poll om alles wat hij weet openlijk te bekennen (zie brief).

In zijn cel schrijft Jacob Mom uitvoerige confessies zowel voor Maurits als zijn rechters. Hij noemt daarin alle namen van de betrokkenen.

 

 

Van Grobbendonk, gouverneur van Den Bosch

 

 

Boven: gang met cellen n de Gevangenenpoort;

Onder: links de executieplaats, rechts de Gevangenenpoort in Den Haag
Een brief die Jacob Mom schreef vanuit "die camer der droffheyt" in de Gevangenenpoort aan zijn medegevangenen. Hij spoort zijn "lieve neeff" daarin aan een volledige bekentenis af te leggen en God te bidden "om een genedige uytcompste te mogen becoemen".
(Bron: H. van Heiningen - Tussen Maas en Waal)
 
 
 
Op 13 april 1621 wordt over alle vijf het doodvonnis uitgesproken.
 

Op verzoek van Maurits worden Gerhardt van de Poll en Van Meekeren alsnog vrijgelaten. De motieven daarvoor zijn niet bekend. De namen van beiden zullen ook verwijderd worden uit de vonnissen, die landelijk worden verspreid.

Op 17 april 1621 wordt het vonnis voltrokken en worden Mom, Van Eynthouts en Van Boetbergen onthoofd.

 
(Bron: H. van Heiningen - Tussen Maas en Waal)
 
 
Waarom werden Mom, Van Boetbergen en Eynthouts in 1621 onthoofd voor een samenzwering uit 1604?
In 1609 was een 12-jarig bestand (wapenstilstand) afgesloten tussen de Staten en Spanje. Vooral vanuit Gelderland werd sterk geijverd om dit bestand om te zetten in een definitieve vrede.

Maar het was prins Maurits die niets na liet om de oorlog te hervatten. Maurits, sinds 1591 ook Stadhouder van Gelre, wist dat Jacob Mom met anderen in 1604 het plan hadden om Tiel uit te leveren aan de Spanjaarden en dat onder de grotendeels nog katholieke bevolking van Tiel nog heel veel mensen wilden terugkeren naar het Spaanse gezag.

Om onder de bevolking de bereidheid om de wapens weer op te nemen aan te wakkeren, zou Maurits dan ook weldra via een spectaculair proces en ondanks verzet van de Geldersen, Jacob Mom, Van Eynthouts en Van Boetbergen onthoofden.

De Zuid-Nederlandse gezant kwam Maurits een duurzame vrede aanbieden maar met een verwijzing naar het proces tegen Jacob Mom en anderen moest aan een breed publiek duidelijk worden gemaakt hoe onbetrouwbaar de Spanjaarden wel waren.

Het vonnis tegen de samenzweerders met opsomming van hun wandaden werd gedrukt en op grote schaal verspreid.

Echter….nergens wordt onthuld dat de samenzwering zeventien jaar eerder was gesmeed. Maurits hervatte de oorlog tegen de Spanjaarden.

(bronnen: Huub van Heiningen – Versteend verleden, Devotie en Macht, Tussen Maas en Waal)

 


 
1. Verslag vonnis
 
2. Zie ook: Ouwe Koeien, nr. 39 (zwart gedrukte gedeelte)